Fonologie
Zoals hierboven al genoemd, kent het Frans veel klankverschuivingen. Dit soort verschuivingen ontstaan voornamelijk bij medeklinkers die een andere klank krijgen door de klankomgeving waarmee ze een verbinding (liason) maken. Zo kent de /s/ meerdere verschijningsvormen. De /s/ van nous wordt bijvoorbeeld niet uitgesproken in ‘wij doen’, nous faisons[nufɛzɔ̃], maar wel in ‘wij hebben’, nous avons [nuzavɔ̃]. Interessant genoeg krijgt de /s/ van nous hier bovendien een z-klank. Dit is afhankelijk van de klanken in de omgeving van de /s/. Tussen twee klinkers in verandert de /s/ in een z-klank, en tussen een klinker en een medeklinker verdwijnt de klank, tenzij deze medeklinker een s-klank is (nous sommes). Dit geldt niet alleen voor de /s/. De /g/ kent ook meerdere uitspraken, vergelijk maar eens de uitspraak van garçon [garsɔ̃] met gentil [ʒɑ̃ti].
Een ander soort klankverschuiving dat in het Frans regelmatig voorkomt is hiaatdelging. Hiaatdelging vindt plaats wanneer er een 'hiaat' onstaat tussen twee klinkers in de uitspraak. Zo wordt de /n/ in mon chéri niet uitgesproken, maar de /n/ in mon ami wel. Sterker nog, ma chérie kent helemaal geen tussen-n, maar mon amie wel. Omwille van de hiaatdelging wordt bij mon amie de mannelijke vorm van het bezittelijk voornaamwoord gebruikt, ondanks dat amie vrouwelijk is. Meestal is hiaatdeling een puur auditief verschijnsel, maar in het Frans is het ook terug te vinden in de schrijftaal. De vragende vorm van il y a wordt y-a-t-il en deze zogenaamde 't-euphonique' wordt ook in schrijftaal weergeven. Het Nederlands kent ook hiaatdelging, maar alleen in de spreektaal. De /n/ is een veelgebruikte hiaatdelger in het Nederlands, zoals in de zin: Zie je-n-et nou of niet?. Hiaatdelging in het Nederlands is echter niet terug te vinden in het schrift in tegenstelling tot het Frans. Daarnaast kent het Frans een viertal nasale klinkers. Deze zijn voor het Nederlands onbekend. Het bekende zinnetje ‘un bon vin blanc’, bevat alle neusklanken van het Frans en is voor veel Nederlanders een struikelblok. Daarentegen kent het Nederlands ook weer klanken die voor het Frans onbekend zijn, zoals de consonantclusters in bijvoorbeeld ‘herfst’ en de ‘sch’ klank in ‘schrijven’. Ook de diftongen in het Nederlands zijn ongebruikelijk in het Frans, denk maar eens aan de ‘ui’, ‘ei/ij’ en ‘ou’/’au’. Het Frans kent dan weer ‘semi-voyelles’, semi- of halfklinkers die op een andere manier worden uitgesproken. Er zijn drie semi-voyelles in het Frans, zogenaamde klinkers die niet tot een lettergreep behoren, maar samen met een andere klinker een diftong vormen die wel tot een lettergreep behoort. Voorbeelden hiervan zijn onder andere feuille, yeux en huile. In het overzicht hieronder zal voor alle drie de semi-voyelleseen voorbeeld worden gegeven (zie Tabel 1). Daarnaast zal het overzicht van alle klinkers in zowel het Frans als het Nederlands een voorbeeld geven. Het betreft alle orale klinkers. De schrijfwijze wordt verder buiten beschouwing gelaten aangezien die voor deze Wiki niet relevant is, omdat we onderzoek doen naar taalstoornissen bij kinderen en daarmee de focus leggen op de mondelinge taal. In de tabel zijn de overeenkomstige klinkers in beide talen zo goed mogelijk tegenover elkaar gezet. Hierdoor is gemakkelijk te zien welke klanken beide talen kennen en welke klanken specifiek zijn voor de talen. Zoals in de tabel hierboven te zien is, zijn er flink wat verschillen tussen het Frans en het Nederlands. Zo valt op dat de 'i' in het Nederlandse pit in de Franse uitspraak niet voorkomt. De semi-voyelles in het Frans en de diftongen van het Nederlands zijn niet met elkaar te vergelijken, deze zijn namelijk specifiek voor beide talen. Voor de nasale klinkers van het Frans zijn bovendien geen Nederlandse equivalenten.
Ook in de medeklinkers zijn er verschillen tussen het Nederlands en het Frans. Zoals eerder genoemd, kent het Nederlands consonantclusters die voor het Frans onbekend zijn. Verder is de /ch/ als ‘harde g’ [x] in ‘lachen’ onbekend voor het Frans, net als de /g/ van ‘geel’ [ɣ]. Verder kent het Frans geen uitgesproken /h/ zoals het Nederlandse ‘hard’ en ook de glottistop [ʔ] in bijvoorbeeld ‘middag’ is ongebruikelijk in het Frans. Tot slot kennen de Fransen geen harde uitgesproken /w/, maar alleen een zeer sterke stemhebbende /v/. Voorbeelden hiervan staan in het overzicht van de medeklinkers hieronder (Tabel 2). Andersom kent het Frans ook klanken van medeklinkers die voor de Nederlanders ongebruikelijk zijn, zoals [ʃ] in chat en de [ʒ] van jupe. Tot slot lijken de klanken [ɲ] van het Franse peigne en de [ŋ] van het Nederlandse ‘zingen’ wel erg op elkaar, maar zijn ze wel degelijk verschillend. Tabel 2 geeft een overzicht. Ook deze tabel is zoveel mogelijk geordend op de overeenkomsten in de talen, zodat de verschillen gemakkelijker te zien zijn. Er is geordend op schrijfwijze. De /ch/ van het Frans en het Nederlands staan namelijk wel tegenover elkaar, maar worden op heel verschillende manieren uitgesproken, zoals het IPA daarnaast ook duidelijk maakt. |