Pragmatiek
Qua pragmatiek komt het Frans sterk overeen met het Nederlands. De woorden tutoyeren en vousvoyeren komen niet voor niets uit het Frans. De mensen die wij in het Nederlands zouden aanspreken met ‘u’, spreek je in het Frans aan met ‘vous’. De mensen die je beter kent, of mensen van je eigen leeftijd of jonger spreek je in het Nederlands aan met ‘jij/je’ en in het Frans met ‘tu’. Het gebruik hiervan is nagenoeg gelijk. In het Frans is het, net als in het Nederlands, gebruikelijk om onbekende mensen, oudere mensen en eventueel (groot-)ouders aan te spreken met u. Leeftijdsgenoten, vrienden en kinderen kun je ook in Frankrijk prima voor de eerste keer met ‘tu’ aanspreken. Daarnaast is ook ‘s’il vous plaît’ van belang bij het stellen van een vraag op een beleefde manier, een equivalent van ‘alstublieft’. Dit wordt op dezelfde manier gebruikt.
Beleefdheid wordt in het Frans veelal uitgedrukt door het gebruik van de conditionnel, in het Nederlands vaak vertaald met het werkwoord ‘zullen/zouden’. Voorbeelden hiervan zijn onder andere: > Je voudrais un café s’il vous plaît (Ik zou graag een kopje koffie willen, alstublieft); > Le tabac me dérange: pourriez-vous éteindre votre cigarette, s’il vous plaît? (Ik heb last van de rook; zou u uw sigaret kunnen uitmaken alstublieft?). Maar ook in het betuigen van spijt wordt de conditionnel toegepast: > J’aurais aimé aller voir ce film, mais je n’ai pas eu le temps (Ik zou graag naar die film zijn gegaan, maar ik had helaas geen tijd). Dit zijn allemaal voorbeelden van zinsconstructies waarin beleefdheid een rol speelt. In het Nederlands maken we hier op eenzelfde manier gebruik van en passen we ook regelmatig ‘zouden/zullen’ toe als we iets van iemand verlangen en dit op een vriendelijke manier willen vragen. Uiteraard is ook de intonatie van belang. Dit geldt voor beide talen. In het Nederlands kunnen we ook op een andere, maar vriendelijke manier iets gedaan krijgen. Hiervoor gebruiken we vaak verkleinwoordjes. ‘Mag ik een kopje koffie?’ tegenover ‘mag ik een kop koffie?’ klinkt voor een Nederlander vaak al heel anders. Dit gebruik is in Frankrijk veel minder sterk. Het Frans kent wel verkleinwoordjes, maar kan ‘klein’ alleen aanduiden door een vorm van ‘petit’ voor het zelfstandig naamwoord te zetten: ‘un petit garçon’, vertaald: ‘een jongetje’, of ‘een klein jongetje’. Het gebruik van deze verkleinwoordjes is in het Frans wel gebruikelijk maar niet om beleefdheid uit te drukken. |