Fonologie
Het Koreaans heeft in totaal 19 consonanten en 21 vocalen, waarvan 9 monoftongen en 12 diftongen. Het Koreaans is een transparante taal en in principe wordt elke klank met één bepaalde letter verbonden.
Consonanten Hieronder staan de consonanten/medeklinkers die in het Koreaans gebruikt worden. Vocalen
Hieronder staan de vocalen/klinkers die in het Koreaans gebruikt worden. Deze worden onderverdeeld in monoftongen en diftongen, of in het Koreaans: de makkelijke klinkers en de lastige klinkers. Monoftongen Diftongen
Allofonen
Het Koreaans heeft veel allofonen. Dit betekent dat één foneem op verschillende manieren uitgesproken kan worden. Om een voorbeeld te geven analyseren we het woord voor ‘zeven’, 일곱, ilgop. Dit woord bestaat uit één initieel allofoon, een tussen-allofoon en twee eind-allofonen. Het initiële allofoon is de [ㅇ], in de tabel staat er niets, omdat dit foneem aan het begin nooit uitgesproken wordt. De tussen-allofoon is de [ㄱ], deze wordt uitgesproken als de /g/. Als laatste zijn er twee eind-allofonen, namelijk [ㄹ], die uitgesproken wordt als /l/, en [ㅂ] die uitgesproken wordt als / p̚/.
Problemen die kunnen ontstaan bij Koreanen die Nederlands leren Het Nederlands heeft klanken die het Koreaans niet heeft. Dit kan tot uitspraakproblemen leiden bij zowel Koreaanse kinderen, als volwassenen. De volgende consonanten heeft het Nederlands wel, maar het Koreaans niet en kunnen daarom voor problemen zorgen: - De labiale fricatieven [v] en [f] - De alveolare fricatief [z] - De post-alveolare fricatieven [ʒ] en [ʃ] - De velare fricatieven [ɣ] en [x] Onderzoek van Ingram & Park (1998) heeft aangetoond dat Koreaanse moedertaalsprekers die Engels leren het erg lastig vinden om de klanken /r/ en /l/ uit elkaar te houden. Er is geen onderzoek gedaan naar deze klanken bij Koreaanse moedertaalsprekers die Nederlands leren, maar houd er wel rekening mee dat dit een probleem kan zijn in het Nederlands. De volgende vocalen heeft het Nederlands wel, maar het Koreaans niet en kunnen daarom ook voor problemen zorgen: - De korte klinkers: /ɑ/, /ɪ/, /ɔ/ en /ʏ/ - De lange klinkers: /y/ en /øː/ - De sjwa klank: /ə/ - De diftongs: /ɛɪ/ /œy/ /ɔu/ |