Afrikaans in het kort
Het Afrikaans maakt, net als het Nederlands, deel uit van de West-Germaanse subgroep binnen de Indo-Europese taalfamilie. Het Afrikaans is ontstaan uit een groep zeventiende-eeuwse Nederlandse dialecten, nadat in 1652 Nederlandse kolonisten, onder leiding van de V.O.C., de Nederlandse Kaapkolonie stichtten bij Kaap de Goede Hoop. In de beginjaren werd het Afrikaans Kaapsch Hollandsch of Afrikaansch Hollandsch genoemd. Deze taal heeft zich geëvolueerd tot het moderne Afrikaans onder invloed van de inheemse Bantoe-, en Khoi-talen en geïmporteerde uitheemse talen, onder meer het Maleis, Portugees, Frans, Duits en Engels. In 1925 werd het Afrikaans erkend als een van de officiële talen van Zuid-Afrika. De woordenschat is grotendeels van Nederlandse origine. Om die reden zijn het Nederlands en het Afrikaans onderling enigszins verstaanbaar, hoewel het voor Nederlandstaligen gemakkelijker blijkt te zijn om Afrikaans te verstaan dan omgekeerd. De grootste verschillen tussen beide talen bevinden zich op het niveau van spelling, morfologie en grammatica.
Het Afrikaans wordt hoofdzakelijk gesproken in Zuid-Afrika en Namibië. Voor 6,9 miljoen Zuid-Afrikanen (13.5% van de totale bevolking), waarvan het merendeel woonachtig is in de westelijke helft van het land (provincies Noord-Kaap en West-Kaap), is het Afrikaans de moedertaal (figuur 2). Volgens de census van 2011 is het Afrikaans daarmee de derde meest gesproken moedertaal in Zuid-Afrika, achter het isiZulu (22.7%) en isiXhosa (16.0%). Het Afrikaans fungeert ook voor 11.4 procent van de inwoners van het buurland Namibië als moedertaal. In Namibië is het Afrikaans tevens de lingua franca tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Daarnaast spreken volgens Ethnologue nog ruim tien miljoen mensen het Afrikaans als tweede taal. Het totaal aantal mensen in de wereld dat Afrikaans spreekt is niet bekend, maar naar schatting zijn het er tussen de vijftien en twintig miljoen. Meertaligheid
De meeste Zuid-Afrikanen zijn meertalig. Het land kent dan ook (sinds 1994) elf officiële talen: Afrikaans, English, isiNdebele, isiXhosa, isiZulu, Sepedi, Sesotho, Setswana, siSwati, TshiVenda en Xitsonga. Moedertaalsprekers van het Afrikaans spreken meestal ook vloeiend Engels, een taal die veelvoorkomend is in het officiële en commerciële leven van Zuid-Afrika. Dialecten Het Afrikaans kent vijf hoofddialecten:- Kaaps Afrikaans (heeft de meeste invloed van het moderne Nederlands ondergaan) - Oostgrens-Afrikaans - Oranjerivier-Afrikaans - Oostkaaps Afrikaans - Oorlams (ook wel Oorlangs of Oorlans genoemd) Schriftsysteem Het Afrikaans wordt meestal geschreven in het Latijns alfabet, maar sommige Afrikaanssprekende groepen gebruiken ook het Arabische alfabet. De Arabische variant van het geschreven Afrikaans heet Getoelies. |