Fonologie
De spraakklanken in het Afrikaans zijn vergelijkbaar met die in andere West-Germaanse talen. Toch heeft het Afrikaans duidelijk een andere ‘klankkleur’. Het lezen van een tekst in het Afrikaans is gemakkelijker dan het luisteren naar een spreker van het Afrikaans. Een aantal opvallende fonologische verschillen tussen het Afrikaans en het Nederlands wordt hieronder genoemd.
Bron: aangepast van http://en.wikipedia.org/wiki/Afrikaans_phonology en http://apics-online.info/contributions/29#tipa
Noten:1 [ɲ],[tʃ], [c], [g], [ç] en [w] zijn geen aparte fonemen in het Afrikaans (allofonen)2 [dʒ], [ʃ], [z] en [ʒ] komen alleen voor in leenwoorden
Een belangrijk aspect bij de uitspraak van het Afrikaans is dat er weinig stemhebbende medeklinkers zijn. De stemhebbende medeklinkers [v], [z] en [g] worden vervangen door de stemloze [f], [s] en [x]. Bijvoorbeeld: een woord als ver wordt in het Afrikaans uitgesproken als [fɛr]. In het Afrikaans wordt de w,in een woord als werk, gerealiseerd door de stemhebbende [v] in plaats van de stemhebbende [ʋ]. De medeklinkercluster sch komt niet voor in het gesproken en geschreven Afrikaans. De klank [sx] is in het Afrikaans vervangen door de klank [sk]. Bijvoorbeeld: skool, skilder, miskien. Klinkers in het Afrikaans
Het Afrikaans is een van de weinige Germaanse talen die nasale klinkers gebruikt. De Afrikaanse /a ɛ ɔ/ worden nasaal uitgesproken wanneer ze gevolgd worden door een n + fricatief. Bijvoorbeeld: mense wordt uitgesproken als [mɛ̃sə] en aangesig als [ã:xəsɪx]. De ee, oo en ie worden in het Afrikaans ‘gediftongeerd’ (= een tweeklank van gemaakt, met een schwa-klank aan het einde), wanneer het voor een d of een g voorkomt en er daarna een onbeklemtoonde lettergreep komt. Voor Nederlanders is het daarom moeilijk om het verschil te horen tussen leer (leer) en leër (leger), en tussen maar (voegwoord) en maer (mager). In het Nederlands wordt een onbeklemtoonde e uitgesproken als een /ə/ (schwa); in het Afrikaans wordt zowel een onbeklemtoonde e als een onbeklemtoonde i uitgesproken als een /ə/. Bijvoorbeeld: Afrikaans wordt in het Afrikaans uitgesproken als [afrə’kã:s]. Ook is er in het Afrikaans een tendens om de uu en de ui te ontronden, wat inhoudt dat de geronde klinkers meer ‘spleetvormig’ worden uitgesproken, met de mondhoeken omhoog. Bijvoorbeeld: muur wordt uitgesproken als [mi:r], en huis wordt uitgesproken als [hɛis].
Beklemtoning en CV-structuur De beklemtoning in het Afrikaans is grotendeels vrij onvoorspelbaar, al wordt de hoofdklemtoon normaal gezien op de stam van een woord geplaatst. In het Nederlands daarentegen valt de klemtoon eerder op de eerste lettergreep van een woord (langzaam), tenzij het om een zwak voorvoegsel gaat (belangrijk). Echter, bij samengestelde woorden is het Nederlands ook niet zo voorspelbaar wat betreft het plaatsen van de klemtoon. Ook de CV-structuur (medeklinker-klinkerstructuur) komt overeen met het Nederlands. Zowel in het Nederlands als in het Afrikaans kunnen bijvoorbeeld drie medeklinkers tussen twee klinkers in zitten, zoals in het woord amptelike (Nederlands: ambtelijke) het geval is. In het gesproken Afrikaans wordt, net als in het gesproken Nederlands, in een aantal gevallen een svarabhaktivocaal ingevoegd om clusters van medeklinkers op te breken. Deze vocaal, uitgesproken als een sjwa /ə/, wordt ingevoegd om de uitspraak van dergelijke clusters te vergemakkelijken. In het Afrikaans gebeurt dit voornamelijk bij clusters die gevormd zijn door de medeklinkers lm en rm. Een woord als elmboog wordt uitgesproken als [ɛləmboəx], net zoals in het gesproken Nederlands melk wordt uitgesproken als [mɛlək]. |