Transferfouten
In de studie van Stuit (2020) worden transferfouten in de taalontwikkeling van tweetalige kinderen die blootgesteld zijn aan zowel het Nederlands als het Syrisch-Arabisch onderzocht. De deelnemers, met leeftijden variërend van 5 jaar en 10 maanden tot 12 jaar en 2 maanden (gemiddeld 8 jaar en 9 maanden), ervaren uitdagingen in syntactische aspecten zoals woordvolgorde, de positie van het werkwoord, het gebruik van hulpwerkwoorden, en persoonlijke voornaamwoorden.
De studie identificeert zes specifieke uitdagingen: 1. Woordvolgorde en de positie van het werkwoord: Kinderen hebben moeite met het begrijpen en toepassen van verschillende woordvolgordes in hoofd- en bijzinnen, vooral de SVO- en SOV-volgorde, vergeleken tussen het Nederlands en het Syrisch-Arabisch. 2. Gebruik van hulpwerkwoorden: De integratie van diverse hulpwerkwoorden in complexe zinnen kan problematisch zijn, wat kan leiden tot fouten in de zinsstructuur. 3. Gebruik van persoonlijke voornaamwoorden: De onderscheiding tussen subject- en non-subjectvormen kan verwarrend zijn, vooral voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS), wat kan resulteren in inconsistent gebruik van deze woorden in het Nederlands. 4. Weglaten van onderwerp of lijdend voorwerp: In het Syrisch-Arabisch is het gebruikelijk om een onderwerp of lijdend voorwerp in het werkwoord te integreren, zonder expliciete vermelding met een los woord. 5. Fouten in het gebruik van Nederlandse lidwoorden: Fouten kunnen optreden in het correct toepassen of het volledig weglaten van lidwoorden, en het kiezen tussen bepaalde en onbepaalde vormen, net zoals bij veel kinderen die het Nederlands als tweede taal leren. Er worden niet extra veel problemen verwacht, aangezien het Syrisch Arabisch ook gebruik maakt van lidwoorden. 6. Inversie in bijzinnen: In het SYA is er geen inversie in bijzinnen, in tegenstelling tot het Nederlands, wat leidt tot uitdagingen in het correct toepassen van inversie in het Nederlands. Kijk verder ook vooral nog even naar de paragraaf Fonologie. Daar worden enkele vergelijkingen gemaakt tussen klanken die in het SYA en het Nederlands voorkomen. Alle Nederlandse klanken die nieuw zijn voor kinderen die Syrisch Arabisch spreken, kunnen lastig zijn om uit te spreken. Dat hoeft dus niet per se op een TOS te wijzen. Let bij mogelijke articulatieproblemen dus vooral op de klanken die in beide talen voorkomen. |