Mogelijke vragen aan ouders/tolk
Kinderen die Arabisch leren hebben al heel vroeg de verbuiging van het grammaticaal geslacht bij bijvoeglijk naamwoorden verworven, al voor het derde levensjaar is dit bekend. Er zou dus kunnen worden gevraagd of het grammaticaal geslacht van bijvoeglijk naamwoorden goed wordt verbogen met betrekking tot het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort (zijn het bijvoeglijke naamwoord en zelfstandig naamwoord allebei bepaald, van hetzelfde geslacht en van hetzelfde getal?).
Kinderen met TOS zullen in het geval van het Arabisch vaker werkwoorden of zinnen gebruiken waarin geen tijdsaanduiding aanwezig is. In het Arabisch heeft de gebiedende wijs geen tijd. Vaak wordt hierbij de mannelijke vorm gezien als de basisvorm. Er kan dus gevraagd worden of het kind veelvoudig een gebiedende wijs, waar een zin met tijdsaanduiding verwacht wordt. In de derde persoon enkelvoud kunnen fouten bij kinderen met een TOS verwacht worden. Uit eerder onderzoek bleek dat Arabische kinderen met TOS vooral de derde persoon vrouwelijk vervingen door derde persoon mannelijk. Wanneer de 3e persoon mannelijk fout gedaan werd, dan werd er vaak een 1e persoon enkelvoud geproduceerd. Er zou gevraagd kunnen worden of het kind problemen heeft met de productie van de 3e persoon (hij/zij) en dan vooral met de vrouwelijke. Als er daarnaast ook fouten voorkomen in de tweede persoon, dan zou dit kunnen wijzen op TOS. In de eerste persoon enkelvoud worden weinig tot geen fouten verwacht. Ook kunnen kinderen met TOS in het Arabisch problemen ondervinden met betrekking tot de prosodische vaardigheden, waardoor zij bijvoorbeeld in vraagzinnen geen vraag-intonatie gebruiken. Ook hiernaar zou gevraagd kunnen worden. De woordvolgorde van een ja/nee vraag is namelijk hetzelfde als die van een gewone zin. Andere vragen die nog gesteld kunnen worden zijn: - Zijn de zinnen grammaticaal? - Maakt het kind zinnen waarin het onduidelijk is over wie of over wat het gaat? (weglaten van onderwerp/object) - Past het kind de bijvoeglijke naamwoorden aan op de zelfstandig naamwoorden op geslacht, bepaaldheid en aantal? - Gebruikt het kind een lidwoord wanneer dit nodig is? - Staan de werkwoorden in de juiste tijd? - Worden de meervouden van werkwoorden als meervouden geproduceerd? Of gebruikt het kind misschien het enkelvoud? - Maakt het kind de ontkenning goed? - Gebruikt het kind werkwoorden waarin het object ook aanwezig is? (vergevorderd stadium) Onderzoek in de moedertaal Het is mogelijk met behulp van de app Speakaboo onderzoek te doen naar de articulatorische ontwikkeling van kinderen die Syrisch-Arabisch spreken (2 tot 6 jaar). Zie informatie over dit diagnostisch instrument op de pagina Diagnostische materialen. Voor het gebruik van deze app heeft de logopedist of linguïst geen kennis van het Arabisch nodig |