Syntaxis
Zinssoorten
In het Syrische dialect zijn er naamwoordelijke en werkwoordelijke zinnen. Een naamwoordelijke zin in het SYA bevat geen werkwoord maar is grammaticaal gezien toch een complete zin. Een naamwoordelijke zin wordt gevormd uit een onderwerp met gezegde. Het afwezige werkwoord betekent altijd een vorm van ‘zijn’ in het heden. Bijvoorbeeld: De man is groot. In het Syrische dialect is ‘is’ niet zichtbaar: هو طويل /huwe ˈtˤwīl /- hij (is) lang. الزلمة طويل / al-zeleme tˤwīl / - de man is lang. Werkwoordelijke zinnen bevatten een onderwerp en een werkwoord. Als dat onderwerp een persoonlijk voornaamwoord is, mag het worden weggelaten (zie hierboven bij ‘pro-drop’ onder Morfologie). Een zin kan dus ook uit één (werk)woord bestaan: الطالب يكتب S+V /at-tˤaːlib jəktub/ de student schrijft. أنا بدرس S+V /ʔanaː bədrus / - ík studeer. بدرس V /bədrus/ - (ik) studeer. Werkwoordelijke zinnen kunnen ook een lijdend voorwerk bevatten. Dat komt na de werkwoordsvorm: هي) تشوف البيت): /hiye tʃuːf al-beit/ - (zij) ziet het huis. Ontkenning Een ontkenning kan gevormd worden door /ma/ of /mo/ aan het begin van een woord toe te voegen. bijvoorbeeld: /mo- naim/ of /ma- naim/ - hij is niet aan het slapen Vragen Gesloten (ja/nee) vragen worden gevormd door de verklarende zin uit te spreken met een rijzende intonatie. Genitief-constructie (de idafa-constructie) Het SYA kent de genitief-constructie om bezit aan te duiden. Het deel van de constructie dat bepaald is, is de eigenaar van het onbepaalde gedeelte van de constructie. “Het boek van de leraar” wordt in het Syrisch Arabisch gevormd door: كتابْ المعلّمِ / kɘtaːb al-muʕellim/ - boek de leraar.” |