Morfologie
In veel westerse talen vormen morfemen de fundamentele bouwstenen voor de taal. Het Deens is een Noord-Germaanse taal met een relatief eenvoudig inflectioneel systeem waarbij werkwoorden niet gemarkeerd worden voor persoon of aantal. Bijvoeglijk naamwoorden worden verbogen voor geslacht en syntactische positie, net zoals in het Nederlands. Zo ook de zelfstandig naamwoorden: die worden verbogen voor bepaaldheid en getal. Het Deens heeft veel afleidingen en samenstellingen. Samenstellingen zijn zo actief in het Deens dat morfologische families groter zijn dan in andere Germaanse talen zoals het Nederlands.
Het Deens heeft, net zoals het Nederlands, twee woordgeslachten: geslachtelijk/zijdig (in het Nederlands het gebruik van de-woorden) en ongeslachtelijk/onzijdig (in het Nederlands het gebruik van het-woorden). Het bepaalde lidwoord gedraagt zich in het Deens als een suffix: het wordt als achtervoegsel aan het zelfstandig naamwoord geplakt. Voorbeeld: Voor de werkwoordsvormen geldt: voor alle personen wordt er één werkwoordsvorm gebruikt. Zie hieronder het voorbeeld.
Ook zijn de tijden die gebruikt worden voor werkwoorden vergelijkbaar met die van het Nederlands (tegenwoordige tijd, verleden tijd enz.).
|