Fonologie
De fonetiek van het Deens is zeer kenmerkend voor de taal. Het Deens kent een aantal karakteristieken die specifiek verbonden zijn aan deze taal. Een voorbeeld hiervan is het rijke klinkersysteem van het Deens met meer fonetische onderscheidingen in klinkerkwaliteit. Het Deens kent 16 klinkers of klinkerclusters en 20 medeklinkers of medeklinkerclusters.
Afb. 1. Klinkers (Basbøll, H. & Bleses, D., 2011)
Weglating van lettergrepen Een fonologische karakteristiek van het Deens is het grote aantal weglatingen en verminderingsprocessen tijdens het spreken. Veel onbeklemtoonde lettergrepen worden weggelaten en dit veroorzaakt een sterke vermindering van zwakke lettergrepen. Deze reductie maakt het voor niet-moedertaal sprekers moeilijk om de taal te kunnen verstaan en begrijpen. Vocalisatie van medeklinkers Ook het vocaliseren van medeklinkers (een medeklinker uitspreken als een klinker) is een karakteristiek verschijnsel dat in spontane spraak van het Deens veel voorkomt. Vanwege de hoge mate van reductie en vocalisatie van medeklinkers tijdens het spreken ligt het spreektempo vrij hoog. Onderzoek heeft aangetoond dat het Deens tussen 25% en 39% sneller wordt gesproken dan het Zweeds. Bovendien ontstaat er tijdens de spraak een klankstructuur die moeilijk te ontvangen is vanwege de niet-medeklinker klanken, waardoor de scheiding tussen woorden of zelfs lettergrepen vaak onduidelijk is. Schwa-insertie Een ander typologisch fonetisch verschijnsel in het Deens is de schwa-insertie. Dit is het toevoegen van een [ǝ] tussen twee medeklinkers. Een voorbeeld hiervan in het Nederlands is dat er in het woord 'melk' tussen de /l/ en de /k/ vaak een schwa ([ǝ]) wordt geplaatst, waardoor het klinkt als [mεlǝk]. Schwa-insertie is erg afhankelijk van spreekstijl en spreektempo. Ook komt dit verschijnsel het ene moment meer voor in een bepaalde fonologische context dan in een andere. Insertie van onbeklemtoonde schwa [ǝ] is een proces dat halverwege de 19e eeuw het standaard Deens binnenkwam, en dat nog steeds evolueert. Hoe sneller het spreektempo en hoe meer 'casual' de spreekstijl, hoe groter de kans dat er schwa-insertie ontstaat. Stød Het Zweeds en Noors kennen een bepaalde ‘zangerige’ intonatie die het Deens niet kent. In plaats hiervan heeft het Deens de zogeheten glottisslag, wat in het Deens een stødwordt genoemd. De stød is een onderdeel van het Deens dat hoorbaar is in de vloeiende stroom van spraak. In het Nederlands wordt de stød ook wel ‘stoot’ genoemd of vanuit een letterlijke vertaling ‘schokken’. Bij dit verschijnsel worden de stembanden plotseling half dichtgeklapt, waardoor er een soort onregelmatigheid in de stem voorkomt. Het komt zelden voor in het Deens dat de stembanden volledig worden gesloten, zoals dat gebruikelijk is bij de glottisslag. Høysgaard (1743) was de eerste die de stød heeft onderzocht. Hij omschreef deze karakteristiek ook wel als een kleine hik tijdens het spreken. Een voorbeeld van een glottislag in het Nederlands hoor je in het woord 'mee-eten' (op de plek van het liggende streepje). Dit typisch fonologische verschijnsel wordt ook wel eens als ‘krakende stem’ omgeschreven. Een stød wordt uitgesproken bij een lange klinker of na een stemhebbende medeklinker. Een korte klinker met stød is net zo lang als een lange klinker zonder stød. |