Voorzetsels en naamvallen: het Fins is, in tegenstelling tot het Nederlands, een agglutinerende taal. Hierdoor kan het voorkomen dat er uitgangen of woorden aan elkaar worden geplakt die in het Nederlands alleen als afzonderlijke woorden voor kunnen komen.
Lidwoorden: Fouten in lidwoorden kunnen voorkomen omdat deze in het Fins niet worden gebruikt, hierdoor kunnen lidwoorden niet of verkeerd gebruikt worden in het Nederlands.
Geslacht: In het Fins wordt geen onderscheid gemaakt voor geslacht, hier zouden dus fouten in gemaakt kunnen worden.
Werkwoord 'hebben': In het Fins wordt dit werkwoord niet gebruikt, hierdoor kan het kind moeite hebben met het gebruik van het werkwoord 'hebben'.
Bovenstaande zaken hoeven dus geenszins te duiden op een mogelijke TOS. Hieronder staan een aantal vragen, specifiek over de moedertaal Fins, die daar wel op zouden kunnen wijzen.