TOS in het Fins
Er zijn redelijk veel onderzoeken gedaan naar taalstoornissen in het Fins. Dit komt mede doordat de taal grammaticaal vrij lastig is en veel complexe structuren bevat. Daarom is het voor onderzoekers interessant om te kijken hoe kinderen met een taalstoornis hiermee omgaan. Hieronder staat een aantal artikelen weergegeven. De meest interessante zijn samengevat.
De conclusie is dat het pMLU van deze kinderen met een taalstoornis ongeveer op het niveau zit van tweejarige normaal ontwikkelende kinderen. Ook hebben de kinderen met een taalstoornis problemen met woordmediale clusters (lintu – vogel) en woordinitiële medeklinkers: clusters in het midden van een woord bleken lastig, maar ook medeklinkers aan het begin van een woord werden vervangen of weggelaten. Daarnaast produceren de kinderen met een taalstoornis vaker medeklinkerassimilaties (vergelijk Nederlandssprekende kinderen die 'veven' zeggen in plaats van 'geven'), niet-frequente fouten en klinkerfouten.
De conclusie is dat kinderen met een taalstoornis minder goed productief de Finse meervoudsvorming hebben verworven dan normaal ontwikkelende kinderen. Het verschil in transparantie (echte woorden tegenover niet-bestaande woorden) beïnvloedt de prestaties van beide groepen. Kinderen met een taalstoornis scoren namelijk laag op de niet-bestaande woorden. Dit betekent dat ze niet-bestaande woorden slechter vervoegen dan bestaande. De vervoeging van niet-bestaande woorden kunnen ze namelijk niet ophalen uit het geheugen, daarvoor moet een regel worden toegepast. Overige artikelen over taalstoornissen in het Fins
|