Transferfouten
Fonologie
Het Nederlands heeft veel complexe klinkers die in het Oromo niet bestaan, denk aan de [au], [ui], [ei] en dergelijke. Hierdoor kan het moeilijk zijn voor kinderen om deze klanken goed waar te nemen en zelf te produceren. Hetzelfde geldt voor de medeklinkers [p], [z], [v] die bijna niet in het Oromo voorkomen of de [j], [g] en [c] die anders worden uitgesproken dan in het Nederlands. Er is wel een klank die op de [p] lijkt, namelijk de [p’] maar die wordt, net zoals de [t’] en de [k’] anders uitgesproken, namelijk met een korte pauze erna met een krachtige luchtstoot. Dat zou door kunnen klinken in hoe deze klanken in het Nederlands door het kind worden uitgesproken. Morfologie Meervoud wordt in het Oromo niet veel op het zelfstandig naamwoord geplaatst, maar kan ook op andere manieren worden verwezenlijkt. Als er op het bijvoeglijk naamwoord al een meervoudsmarkering is geplaatst, is dat niet meer nodig op het zelfstandig naamwoord. In het Nederlands is dit niet het geval, markering op het zelfstandig naamwoord moet altijd. Deze verplichting kan moeilijk zijn voor kinderen die dat niet gewend zijn in hun moedertaal. Ook de lidwoorden worden anders geformuleerd dan in de Nederlandse taal, waar het Nederlands drie lidwoorden heeft die voor het zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord komen waarnaar zij refereren. Dat is in het Oromo anders: voor het bepaalde lidwoord gebruiken zij een achtervoegsel en voor een onbepaald lidwoord een bijwoord dat achter het zelfstandig naamwoord wordt geplaatst. Het juist gebruik van de lidwoorden kan lastig gevonden worden door kinderen die Oromo spreken. Daar komt nog bij dat het onderscheid de vs. het voor alle tweedetaalleerders van het Nederlands lastig is. Het werkwoord ‘zijn’ is in Oromo niet te vergelijken met de Nederlandse variant. In het Oromo is de tegenwoordige tijd van ‘zijn’ namelijk een naamwoordelijk gezegde dat letterlijk vertaald naar het Nederlands geen werkwoord bevat. Hier kunnen kinderen die Oromo spreken moeite mee hebben. Dit kan er toe leiden dat kinderen in het Nederlands iets zeggen als ‘de school dicht’ waarbij het lijkt of het kind een verplicht element weglaat, maar dat is dan mogelijk een letterlijke vertaling vanuit het Oromo. Het is belangrijk om dan te bekijken of het kind andere werkwoorden ook weglaat. Zo niet, dan is het hier dus eerder een kenmerk van transfer dan van TOS. Als laatst, ontkennende zinnen in Oromo zijn ook gevarieerder dan die in het Nederlands. Het kind zal in het Nederlands vooral moeite kunnen hebben met de ontkenning van de verleden tijd van regelmatige werkwoorden. In het Oromo verliezen die werkwoorden namelijk door de ontkenning hun uitgang, maar in het Nederlands wordt de uitgang van het werkwoord behouden. Wat ook lastig zal kunnen zijn, is de uitgang van de toekomstige tijd: in het Oromo hebben de tegenwoordige en toekomstige tijd dezelfde uitgangen maar door middel van een bijwoord kan de uiting in de toekomstige tijd gezet worden. In het Nederlands, hebben de tegenwoordige en toekomstige tijd verschillende uitgangen. Syntaxis De woordvolgorde kan ook lastig zijn voor kinderen met Oromo als moedertaal. Zij zijn gewend aan de volgorde: onderwerp - lijdend voorwerp - werkwoord. In het Nederlands komt het werkwoord direct na het onderwerp. Deze andere woordvolgorde kan moeilijk zijn voor deze kinderen. |