Vietnamees in het kort
Vietnamees is een toontaal. Dit betekent dat de toonhoogte bij het uitspreken van een dezelfde lettergreep verandering kan geven in de betekenis van het woord. Het Vietnamees maakt deel uit van de Austroaziatische taalfamilie. Deze talen vormen een taalfamilie voor meer dan 150 talen die gesproken werden door ruim 95 miljoen bewoners van Zuid-Oost Azie en het oostelijke deel van India.
De officiële taal van Vietnam is het Vietnamees of ‘Kinh’, dat behoort tot de Mon-Khmer-tak van de Austro-Aziatische taalfamilie en is verwant aan het Hmong, Khmer, Thai en Muong. Van 111 v. C. tot 939 n. C., toen Vietnam een provincie in het Chinese Keizerrijk was, bestond het Vietnamese schrift, het ‘chu nho’, uit Chinese karakters. Pas in de 8ste eeuw is het zogenaamde ch˜u'nôm-schrift ontworpen, een aangepaste vorm van het Chinese karakterschrift om het Vietnamees mee te schrijven. In de 13e eeuw ontstond er een afzonderlijk geschreven taal, het ‘chu nom’ of ‘nom’, meer fonetisch gericht. Tot begin 20e eeuw bestonden de twee schrijfwijzen naast elkaar, daarna maakten ze plaats voor het huidige ch˜u'quôc ng˜u', dat gebaseerd is op het Latijnse alfabet en in 1651 al is ontwikkeld door de Franse jezuïet Alexandre de Rhodes. In 1919 werd het de nationale geschreven taal. Tegenwoordig gebruiken alleen geleerden het traditionele kalligrafische chu nom om oude inscripties en geschriften te ontcijferen. Er zijn heel wat dialecten, waarvan de voornaamste drie zijn: - Noord-Vietnamees - Centraal-Vietnamees - Zuid-Vietnamees De huidige standaarduitspraak en spelling zijn gebaseerd op het dialect van een geschoolde spreker van Hanoi. De dialecten verschillen niet veel van elkaar, alleen de toon wordt in sommige dialecten net wat anders gebruikt. Geschrift Het Vietnamese schrift bestaat uit 22 letters met daaraan toegevoegd een hele reeks licht veranderde letters, waarvan de uitspraak lang niet altijd met de Nederlandse overeenkomt. De toonhoogte wordt aangegeven met diakritische tekens boven of onder de vocalen. |