Verwerving
Fonologie
Door Savić, Anđelković en Buđevac (2010) is er een onderzoek gedaan naar de fonologische ontwikkeling in het Servisch. Dit onderzoek is in het Servisch gepubliceerd. De volgende informatie over dat onderzoek komt uit een Engelse samenvatting, die in het artikel is opgenomen. In dit onderzoek is er geanalyseerd welke fonologische parameters van belang zijn bij de verwerving van het Servisch. Er werd verwacht dat er verschillende fonologische parameters zijn die een bijdrage kunnen leveren aan het beoordelen van de fonologische ontwikkeling. Consonantcluster aan het begin van een lettergreep en eind van een lettergreep, woorden van drie lettergrepen en plaats van beklemtoonde syllabe in een woord, zijn parameters die in deze studie zijn gebruikt. Op basis van deze parameters zijn er pseudo-woorden gemaakt met verschillende mate van complexiteit. Aan het onderzoek deden 30 kinderen in de leeftijd van 3, 4 en 5 jaar mee en 14 volwassenen. De taak van de participanten was om de pseudo-woorden te reproduceren. Bij de analyse werden de parameters in rekening genomen. Uit de resultaten is gebleken dat het vermogen om fonologische eenheden te reproduceren, ontwikkelt in de vroegschoolse periode. Het reproduceren van consonantclusters aan het begin van een lettergreep en aan het eind van een lettergreep bleek het moeilijkste. Dit aspect werd als nog moeilijker ervaren bij woorden bestaande uit drie lettergrepen of in woorden waarin meerdere parameters zijn gemarkeerd. Tevens werd er gesteld dat het plaatsen van klemtoon vóór 3 jarige leeftijd is verworven. De schrijvers concluderen dat de onderzochte features een beeld kunnen geven van vroege fonologische ontwikkeling van normaal ontwikkelde kinderen. Gebreken in de verwerving kan duiden op mogelijke stoornissen. Morfologie In een studie die uit is gevoerd door Perovic, Vuksanovic, Petrovic en Avramovic-Illic (2014) is het begrip van actionele en psychologische werkwoorden (zowel actief als passief) geanalyseerd bij 99 Servische kinderen. De leeftijd van de kinderen varieerde tussen 3;6 en 7;6 jaar. De kinderen werden verdeeld onder drie groepen gebaseerd op hun leeftijd. Hun kennis van actieve en passieve structuren werd getest door middel van een plaatjestaak. De kinderen werden gevraagd om het plaatje aan te wijzen dat het beste paste bij de zin die ze hadden gehoord. Eén van de plaatjes kwam overeen met de zin die ze auditief aangeboden kregen en het andere plaatje toonde de andere situatie (passieve situatie in plaats van actieve situatie bijvoorbeeld). Uit de resultaten bleek dat alle kinderen, ongeacht hun leeftijd, slechter scoorden op psychologische passieven dan op actionele passieven. Dit werd niet gevonden als de werkwoorden (actionele en psychologische werkwoorden) in hun actieve vorm werden weergeven De groep met kinderen van 7 jaar scoorde het beste op de psychologische passieven. Daarnaast werd er onderscheid gemaakt tussen lange en korte passieven. Hier werd geen verschil gevonden tussen de drie groepen.. De resultaten uit dit onderzoek komen overeen met de leeftijd van verwerving van passieven in andere talen. Kinderen jonger dan 5 jaar blijken moeite te hebben met het begrip van passieve werkwoorden. Het vermogen van Servische kinderen om psychologische passieven te begrijpen, schijnt rond 7 jarige leeftijd te ontwikkelen, wat een universeel verschijnsel is. Er kan echter geen verder inzicht gegeven worden in de verwervingsvolgorde van bovenstaande domeinen. Er kan niet met zekerheid gesteld worden dat de taalverwerving bij kinderen met Servisch als moedertaal hetzelfde verloopt als de taalverwerving bij kinderen met Nederlands als moedertaal. Als meer informatie over de verwervingsvolgorde beschikbaar is, zal dit aangevuld worden. |