Verwerving
Ontwikkeling Fonologie
In tabel 4 (Omar & Nydell, 1973) is een korte samenvatting van de verwerving van het fonologisch systeem te zien.
Als eerst worden de klinkers /a/ /i/ en /u/ verworven. Daarna ook de medeklinkers zoals aangegeven in de tabel. Ongeveer vanaf 3 jaar leert het kind ook diftongen te gebruiken. De verwerving van de moeilijkste consonantclusters duur tot ongeveer 5 jaar. Ontwikkeling morfologie Vanaf de éénwoordfase komen er woorden voor die een inflectie nodig zouden moeten hebben. Echter, dit gebeurt niet vanaf het begin. De morfologie van kinderen die jonger zijn dan 2 jaar wordt gekarakteriseerd door niet verbogen woorden. Werkwoorden die niet verbogen zijn, zijn imperatieven. Deze worden gebruikt wanneer de inflectie nog niet geleerd is. Vanaf 2 – 2,5 jaar, wanneer het kind in de meerwoordfase beland is, heeft het kind de eerste eenvoudige inflecties al geleerd. Sommige woorden komen al eerder met inflectie voor. Echter de kinderen hebben het dan nog niet door dat zijn een woord hebben gemaakt met inflexie. Dit zal eerder te maken hebben met imitatie dan met het opzettelijk willen gebruiken van inflectie. Het gaat hier om frases zoals /hati/ wat “geef mij” betekent. Ook gebruiken jonge kinderen in sommige gevallen, waarschijnlijk ongemerkt, possessieve affixen, wanneer het gaat om papa of mama. Kinderen kennen geen verschil tussen ‘mijn papa’ of ‘papa’. Wanneer /ya/ of /i/ achter een zelfstandig naamwoord wordt gezet, geeft dit possessief aan. /abu/ betekent vader en /abuya/ betekent mijn vader. Vanaf het moment waarop de meerwoordfase bereikt is leert het kind al snel de eerste inflecties. Het gaat hier bijvoorbeeld om de possessief van de eerste persoon (in het Nederlands ‘mijn’) en ook de inflectie van werkwoorden van de eerste persoon. Ook worden vaak de inflecties van de imperatief geleerd voor de vrouwelijke imperatief (aangezien de mannelijke imperatief de onvervoegde vorm, ook wel ‘default’ is). De regelmatige inflecties worden als eerst geleerd, en worden vaak overgegeneraliseerd op onregelmatige vormen. De regelmatige vormen voor adjectieven zijn meestal geleerd rond het derde levensjaar. De onregelmatige vormen bij een leeftijd van 5. Regelmatige inflecties voor meervouden van zelfstandig naamwoorden en het gebruik van meervouden met een aantal getallen (het getallen systeem is in het Egyptisch erg lastig) is ook verworven rond het derde levensjaar. De inflecties van de dualis, het tweevoud, en de meeste onregelmatige meervouden van het zelfstandig naamwoord zijn verworven tussen de 5 en 6 jaar. Echter komen er zelfs nog fouten voor bij kinderen van 13-15 jaar in de onregelmatige meervouden van de zelfstandig naamwoorden, juist omdat ze erg complex zijn. Het geslacht van adjectieven wordt al heel vroeg goed gedaan en is al verworven voor het 3e levensjaar. Echter wordt het getal nog lang fout gedaan. Tot in ieder geval de leeftijd van 3,5 gebruiken kinderen een enkelvoudsvorm van het adjectief, terwijl het zelfstandig naamwoord waarbij het hoort, in meervoud staat. Vanaf 3,5 leren kinderen begrijpen dat er een meervoudsvorm van het adjectief moet worden gebruikt in sommige gevallen, waarna ze deze gaan overgeneraliseren. Voor het vierde levensjaar wordt echter ook dit kenmerk van het adjectief beheerst. Ontwikkeling syntaxis Net als in het Nederlands en ook bij veel andere talen, begint de éénwoordfase in het Egyptisch om en nabij de leeftijd van 12 tot maximaal 18 maanden. Vanaf 18 tot 24 maanden begint het kind met het combineren van twee woorden. De volgorde van dit combineren van woorden is niet willekeurig, maar is al in de volgorde van de taal die het kind leert. Hierna komt de telegramstijl, waarbij drie woorden met elkaar worden gecombineerd. Dit wordt ook wel de vroege syntactische fase genoemd. In de fase die hierna komt, dat kan al vanaf 2 jaar en 8 maanden, beginnen kinderen met het combineren van meer dan 3 woorden. In deze fase worden de negatie-elementen en vraagwoorden toegevoegd aan de al bekende zinnen. De eerste negatie wordt gemaakt door /mish/ voor het deel te zetten dat ontkend moet worden. De eerste vraagzin werd gemaakt door de vraagwoorden toe te voegen aan zinnen. Later worden pas vraagwoorden in prepositionele frasen en een andere methode om te ontkennen gebruikt. Deze worden tussen het vierde en vijfde levensjaar verworven. Bij de leeftijd van 3,5 worden alle types van negaties gebruikt. Kinderen hebben de neiging om zo simpel mogelijke zinnen te creëren, wat betekent dat de kinderen vooral inhoudswoorden, als zelfstandig naamwoorden en actieve werkwoorden, produceren en de functiewoorden veel minder gebruiken wanneer ze niet nodig zijn voor het begrip van de zin. Denk daarbij ook aan het weglaten van subjecten die niet nodig zijn, omdat het Egyptisch Arabisch een pro-drop taal is. De woordvolgorde in het Arabisch is vrijer dan in het Nederlands, waardoor ook in de kindertaal een vrije woordvolgorde voorkomt. Omdat er in de Egyptische woordvolgorde minder strikte regels zijn, komen er in de kindertaal veel minder fouten voor dan in bijvoorbeeld het Nederlands. Samenvatting van verwerving Tabel 4 (eigen vertaling van Omar & Nydell, 1973) |