Transferfouten
Fonologie
De verwachting is dat Tsjechische leerders van het Nederlands problemen zullen hebben met de /y/, met de stomme –e en met de /ʏ/. Ze zullen waarschijnlijk geen moeilijkheden ondervinden bij het onderscheiden van lange of korte klinkers of bij het produceren ervan, omdat ze dit ook vanuit hun eigen taal kennen. Er zouden wel problemen kunnen ontstaan bij het waarnemen van klinkers in het Nederlands, wanneer deze gereduceerd worden of assimilatie ondergaan, omdat klinkers in het Tsjechisch altijd volledig uitgesproken worden. Over het algemeen gezien heeft het Tsjechisch veel medeklinkers die ook in het Nederlands voorkomen. Er zijn echter ook medeklinkers die wel in het Nederlands voorkomen, maar niet in het Tsjechisch. De eerste drie klanken uit het bovenstaande rijtje zijn minder van belang, omdat het regionale varianten betreft. Tsjechen zullen echter wel moeite hebben met de uitspraak van /ʋ/ als in het Nederlandse woord 'wang', omdat deze klank niet voorkomt in hun eigen taal. NT2-leerders hebben vaak moeite met medeklinkerclusters in het Nederlands. De verwachting is dat Tsjechische leerders weinig problemen zullen ondervinden bij het leren en uitspreken van deze clusters, omdat deze ook veelvuldig voorkomen in de eigen taal. Voorbeeld: zmrzlina = ‘ijsje’ De Tsjechen kennen de tweeklanken /au/, /eu/ en /ou/ al vanuit de leenwoorden die ze gebruiken in hun eigen taal. De verwachting is dan ook dat deze klanken geen problemen opleveren bij het leren van het Nederlands. De /oey/ klank als in het Nederlandse woord ‘huis’ kennen de Tsjechen echter niet. Ook zullen zij problemen kunnen hebben met het onderscheiden en produceren /ij/ en /ie/, omdat ze in het Tsjechisch een /j/ tussen beide klanken plaatsen. Morfologie In het Tsjechisch komen mannelijke, vrouwelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden voor. Bij de mannelijke nomina maakt men een onderscheid tussen leven en niet-levend. Zowel bij mannelijke zelfstandige naamwoorden, als bij vrouwelijke en onzijdige komen harde en zachte vervoegingen voor. Zelfstandige naamwoorden die op klinker eindigen, zijn in de meeste gevallen vrouwelijk (-a, -e) of onzijdig (-o, -i). De mannelijke zelfstandige naamwoorden eindigen vaak op een medeklinker en verwijzen naar dingen. In het Nederlands krijgt het zelfstandig naamwoord geen uitgang. Het zou zo kunnen zijn dat Tsjechische leerders van het Nederlands toch een uitgang achter zelfstandige naamwoorden plaatsen, omdat ze dit in de moedertaal ook doen.
Verder maakt het Tsjechisch net als het Nederlands gebruik van verkleinwoorden. In het Nederlands zijn hier een stuk minder vormen van dan in het Tsjechisch, maar er moet wel worden opgemerkt dat het in het Tsjechisch veel duidelijker is wanneer welke vorm gebruikt dient te worden. In het Nederlands is het een stuk minder doorzichtig wanneer welk verkleinwoord gebruikt wordt. Het zou dus zo kunnen zijn dat Tsjechen oftewel het systeem van verkleinwoorden in het Nederlands snel onder de knie zullen hebben, omdat er minder vormen zijn. Maar het zou ook zo kunnen zijn dat het de leerders niet goed weten wanneer ze welk achtervoegsel moeten gebruiken. Daarnaast komt de stomme -e niet voor in het Tsjechisch, terwijl deze soms wel bij de vorming van een verkleinwoord wordt gebruikt in het Nederlands, bijvoorbeeld in het woord 'bloemƏtje. Tsjechische leerders van het Nederlands zullen waarschijnlijk problemen ondervinden bij het gebruiken en produceren van deze klank. Dit zijn hypotheses. Er zijn geen publicaties over gevonden. In het Tsjechisch bestaat het bijvoeglijk naamwoord dus net als het Nederlands uit een basis met een achtervoegsel. Het verschil is echter dat in het Tsjechisch altijd een achtervoegsel wordt gebruikt, en in het Nederlands niet (voorbeeld: een mooi huis). Het zou zo kunnen zijn dat Tsjechische leerders van het Nederlands om die reden altijd een uitgang achter het bijvoeglijk naamwoord zullen plaatsen, omdat het bijvoeglijk naamwoord in het Tsjechisch ook altijd van een uitgang voorzien wordt. Zij zullen in het Nederlands Alle vervoegingen hebben een eigen uitgang. Dit is anders in het Nederlands, waar van de stam (de ik-vorm) wordt uitgegaan voor verdere vervoegingen. De ik-vorm heeft dan ook geen werkwoordsuitgang. Het is dan ook denkbaar dat Tsjechische kinderen ook een uitgang achter de ik-vorm plakken in het Nederlands, omdat ze dat gewend zijn vanuit hun moedertaal. Ook zou het zo kunnen zijn dat ze bij elk werkwoord dezelfde uitgang gaan gebruiken, omdat het Nederlands in vergelijking tot het Tsjechisch weinig uitgangen heeft. Verder heeft het Nederlands meer werkwoordstijden dan het Tsjechisch. De kinderen zullen aanvankelijk problemen hebben met het onder de knie krijgen van de werkwoordstijden die niet in het Tsjechisch voorkomen. Een ander punt is het gebruik van onregelmatige werkwoorden in het Nederlands. Vaak hebben anderstaligen hier problemen mee, omdat het een categorie is die apart aangeleerd moet worden. Het fenomeen 'onregelmatig werkwoord' komt echter ook voor in het Tsjechisch. De kinderen zullen het begrip in ieder geval al kennen. Ze moeten alleen de vormen er nog bij leren. Dit zijn hypotheses. Er zijn nog een publicaties gevonden over dit onderwerp. fouten produceren als 'een mooie huis'. In het Nederlands hebben we het persoonlijk voornaamwoord nodig om te weten over wie we het hebben. Aan de werkwoordsuitgangen is namelijk niet altijd te zien over welke persoon het gaat (bij 'werken' is het bijvoorbeeld lastig om te bepalen of het gaat om 'wij' of om 'zij'). Dit element is in het Nederlands dus eigenlijk onmisbaar. In het Tsjechisch is het echter gebruikelijk om persoonlijke voornaamwoorden weg te laten wanneer er geen nadruk op ligt in de zin. Het Tsjechisch is daarmee (gedeeltelijk) een pro-drop taal: het onderwerp is niet altijd verplicht. Ook wordt het duidelijk om welke persoon het gaat als men naar de werkwoordsuitgang kijkt. Dit kan ertoe leiden dat Tsjechische kinderen die Nederlands leren het persoonlijk voornaamwoord weglaten. Dit is een hypothese. Er zijn nog geen publicaties over verschenen. Tsjechische leerders van het Nederlands plaatsen mogelijkerwijs een uitgang achter het bezittelijk voornaamwoord in het Nederlands, omdat de voornaamwoorden in het Tsjechisch allemaal voorzien zijn van een vervoeging. Dit is een hypothese. Er zijn nog geen publicaties over verschenen. De voorzetsels van het Tsjechisch zijn qua betekenis vergelijkbaar met die van het Nederlands. Een bijkomend voordeel is dat de voorzetsels in beide talen losse woorden zijn en op een dezelfde plaats gezet worden. De Tsjechische leerder van het Nederlands dient zich alleen nog de Nederlandse betekenis en vormen eigen te maken. Op het gebied van voorzetsels worden weinig problemen verwacht. Dit is een hypothese. Er zijn geen publicaties over gevonden. Omdat Tsjechische kinderen in hun eigen taal geen lidwoorden kennen, zullen ze deze waarschijnlijk ook niet gebruiken in het Nederlands. Dit is een hypothese, er zijn nog geen publicaties over verschenen. Syntaxis Tsjechische leerders van het Nederlands zullen waarschijnlijk problemen ondervinden met de striktere woordvolgorde in het Nederlands. In het Nederlands worden de rollen binnen de zin (bijvoorbeeld onderwerp en lijdend voorwerp) meer aangegeven door de plaats van deze rollen in de zin. In het Tsjechisch specificeren de uitgangen de betekenis en de rollen en is de woordvolgorde minder van belang. Pragmatiek Zoals u hierboven heeft kunnen lezen, houden Tsjechen over het algemeen niet van de directe manier van communiceren zoals wij die kennen in Nederland. Dit maakt het extra lastig om te bepalen of een kind een pragmatische stoornis heeft. Om te bepalen of er bij een Tsjechisch kind sprake is van verminderde wederkerigheid, minder oogcontact en/of zwakke communicatieve vaardigheden, dient eerst te worden nagegaan in hoeverre dit veroorzaakt wordt door de gereserveerdheid van de Tsjechische cultuur en de reactie op onze directe manier van communiceren. Daarnaast is het belangrijk om bij het kind na te gaan of de boodschap is overgekomen, omdat ze het niet snel zullen laten merken of ze iets goed verstaan of begrepen hebben. |