Transferfouten
Het Mandarijn-Chinees verschilt in veel opzichten van het Nederlands. Hierdoor kunnen er problemen ontstaan in de fonologie, morfologie en syntaxis in de Nederlandse taal als gevolg van transfer. Als deze problemen in het Nederlands worden geconstateerd, hoeft dit dus geenszins op een taalontwikkelingsstoornis te duiden.
Fonologie Uitspraak Een belangrijk verschil tussen het Mandarijn en het Nederlands is dat het Mandarijn een tonale taal is. Doordat het Nederlands geen tonale taal is, worden op dit gebied dus weinig problemen verwacht. Er zijn een paar uitzonderingen, denk bijvoorbeeld aan het verschil tussen 'vóórkomen' en 'voorkómen'. Daarnaast kent het Mandarijn-Chinees retroflexie bij consonanten en klinkers. Dit houdt in dat bepaalde consonanten alveolair worden uitgesproken, wat kan zorgen voor een afwijkende uitspraak in de Nederlandse taal. Voor klinkers betekent dit dat deze neigen naar een [r], waardoor er bijvoorbeeld ‘Chinar’ gezegd wordt in plaats van ‘China’. Dit is kenmerkend voor de sprekers uit Bejing. Sprekers die hier niet vandaan komen hebben meestal juist moeite met de [r]. Syllabestructuur De structuur van de syllabe komt overeen met het Nederlands, namelijk de V-, CV-, VC- en CVC-structuur. Wel kunnen sprekers van het Mandarijn-Chinees moeite hebben met de laatste consonant van de syllabe in geval van consonantclusters. In het Mandarijn-Chinees zijn er namelijk maar twee consonanten mogelijk op de laatste plaats van de syllabe, terwijl er in het Nederlands meer mogelijkheden zijn. Een woord als 'herfst' is waarschijnlijk moeilijk uit te spreken voor kinderen die Mandarijn-Chinees als moedertaal spreken. Morfologie Verbuigingen Het Mandarijn-Chinees kent geen verbuigingen. Als gevolg van transfer heeft een spreker van het Mandarijn-Chinees waarschijnlijk problemen met het meervoud van zelfstandige naamwoorden. Ze zeggen mogelijk ‘tien kist’ in plaats van ‘tien kisten’. In het Mandarijn wordt namelijk niets veranderd aan het zelfstandig naamwoord zelf, maar er wordt een extra woord toegevoegd om de hoeveelheid aan te duiden. Ook kan de hoeveelheid aangeduid worden door een woord te redupliceren. Reduplicatie vindt ook plaats bij het versterken van de betekenis van bijvoeglijke naamwoorden, waardoor zinnen kunnen ontstaan zoals: ‘de mooie-mooie kerk.’ Vervoegingen Ook kent het Mandarijn-Chinees geen vervoegingen en werkwoordstijden. Dus er kan voorspeld worden dat sprekers van het Mandarijn werkwoorden onvervoegd zullen laten. Om grammaticale aspecten zoals tijd en persoon aan te geven, wordt er gebruik gemaakt van een vaste woordvolgorde en voor-, tussen- en achtervoegsels. Lidwoorden Een spreker van het Mandarijn-Chinees heeft mogelijk moeite met de lidwoorden ‘de’ en ‘het’, omdat het Mandarijn geen onderscheid maakt tussen verschillende soorten bepaalde lidwoorden. Zij gebruiken alleen één onbepaald lidwoord en één bepaald lidwoord. Geslacht In het Mandarijn wordt geen onderscheid gemaakt in geslacht en de persoonlijk voornaamwoorden zijn onveranderlijk. Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen vaak naar een eerdere gebeurtenis, waardoor er zinnen ontstaan als:‘de man, hij is erg aardig’. Omdat er maar één vorm bestaat voor zowel subject als object kan het zijn dat in het Nederlands, waar deze verschillen wat genuanceerder zijn, fouten worden gemaakt bij persoonlijk voornaamwoorden. Syntaxis De woordvolgorde in het Mandarijn is hetzelfde als in het Nederlands, namelijk SVO. Deze volgorde kan afwijken, wanneer het belangrijkste onderwerp van de zin vooraan in de zin wordt gezet. Sprekers van het Mandarijn kunnen hiermee fouten, als ze deze regel ook toepassen in het Nederlands. Andere fouten die gemaakt kunnen worden met de woordvolgorde, is met de bijzinnen in het Nederlands. In het Mandarijn staan bijzinnen links van het hoofdwoord. Dit kan lang niet in iedere situatie in het Nederlands ook zo worden toegepast. |