Transferfouten
Er is een aantal verschillen tussen het Grieks en het Nederlands dat transferfouten kan veroorzaken wanneer een kind met Grieks als moedertaal Nederlands leert. Hier moet dus rekening mee gehouden worden wanneer er onderzoek wordt gedaan naar een eventuele taalontwikkelingsstoornis bij het kind. Hieronder staan per deelgebied (fonologie, morfologie en syntaxis) kort de verschillen weergegeven. Voor uitgebreidere informatie over het Grieks kan paragraaf 2 geraadpleegd worden.
Fonologie De klanken uit het Grieks komen veelal overeen met de klanken zoals de Nederlandse taal deze bezit. Er worden wat betreft de fonologie dus geen transferfouten verwacht. Een klein verschil is echter dat het Grieks een aantal klanken meer heeft dan het Nederlands. Zo komen de /g/ (als in ‘goal’), /ʒ/ (als in ‘rouge’), /ʤ/ (als in ‘jeep’) in het Nederlands slechts voor in leenwoorden (Freie Universität Berlin, 2013) en niet in woorden van Nederlandse afkomst. In het Modern Grieks komen deze klanken wel in woorden uit de standaardtaal voor. Morfologie De werkwoordsverbuiging in het Grieks werkt in feite hetzelfde als in het Nederlands. In tegenstelling tot het Nederlands heeft het Modern Grieks echter slechts één grammaticaal voorvoegsel, namelijk een markeerder voor de verleden tijd. Dit kan als gevolg hebben dat Griekse kinderen die Nederlands leren in het begin van de verwervingsfase andere markeerders weglaten. Dit kan gezien worden als transferfout, en hoeft dus niet per se te duiden op een TOS. Verder zijn persoonlijk voornaamwoorden als onderwerp niet nodig in het Grieks (het is een pro-droptaal). Dit komt doordat de uitgang al voldoende informatie bevat over geslacht, getal en naamval. In het Nederlands zou dit ook tot verwarring kunnen leiden, want in onze taal is het wel van belang dat het persoonlijk voornaamwoord genoemd wordt. Tot slot omvatten niet alleen de werkwoordsvervoegingen, maar ook de verbuigingen op de naamwoorden in het Modern Grieks persoon, getal en naamval. Deze zijn verschillend voor mannelijke, vrouwelijke of onzijdige naamwoorden. Vanuit de verbuigingen is op te maken in welke naamval het naamwoord staat, namelijk nominatief, genitief, accusatief of vocatief en of het naamwoord enkelvoud of meervoud is. Dit verschil met het Nederlands zou zich in negatieve transfer kunnen uiten door het onterecht toepassen van naamvallen op deze aspecten in het Nederlands. Syntaxis In het Modern Grieks kan, voor wat betreft de belangrijkste elementen van de zin, een willekeurige woordvolgorde aangenomen worden. Door de verschillende uitgangen van woorden kan de naamval afgeleid worden en hieraan is te zien welke vorm het woord aanneemt. In het Nederlands zou dit verwarring op kunnen leveren, aangezien in deze taal sprake is van een vaste woordvolgorde. Het Modern Grieks is een pro-drop, maar ook een null-subject taal. Dit houdt in dat respectievelijk bepaalde voornaamwoorden in sommige contexten kunnen worden weggelaten en dat door bepaald gebruik van grammaticale elementen het onderwerp kan ontbreken in de hoofdzin. De Modern Griekse taal berust voornamelijk op markering door middel van verscheidene naamvallen, waarbij de zin te decoderen is door hetgeen er met de inflecties (vervoegingen) op voorzetsels en werkwoorden gebeurt (Joseph & Tserdanelis, 2013). In het Nederlands kan dit niet aangezien de vervoegingen voor bepaalde getallen/persoonsvormen/naamvallen hetzelfde zijn. Wanneer een Grieks kind dat Nederlands leert problemen heeft met deze grammaticale aspecten kan dit komen door transfer, en hoeft het dus niet altijd te wijzen op en taalontwikkelingsstoornis. |