TOS in het Japans
Vele onderzoeken hebben aangetoond dat Engels sprekende kinderen met SLI veel problemen hebben met de morfologie (regels voor de inflectie). SLI kinderen laten vaak de grammaticale morfemen weg zoals tijd, getal en congruentie. Uit het onderzoek van Fukuda en Fukuda (2001a,b) kwam naar voren dat SLI kinderen de impliciete regels van de morfologie niet goed genoeg eigen kunnen maken.
Het onderzoek van Ito, Fukuda en Fukuda (2009) haakt hierop in. Er is namelijk heel weinig onderzoek op dit gebied gedaan voor het Japans (Fukuda en Fukuda 1999, 2001a,b; Fukuda et al. 2007). In het onderzoek van 2009 werd een Japans SLI kind zes jaar lang gevolgd (9 – 14 jaar). De resultaten lieten zien dat gedurende de zes jaar:
De conclusie van het onderzoek was dat het SLI-kind op lexicaal niveau vooruit ging, maar dat de grammaticale aspecten achterbleven op normaal ontwikkelende kinderen. Fukuda e.a. beargumenteren dat de verkregen resultaten aansluiten bij de hypothese van Paradis en Gopnik (1997:183): ‘Children with SLI do not seem to even acquire the implicit competence for some parts of grammar (parts of phonology and morphology) and therefore must make use of whatever else is available to them, such as reliance on non-grammatical communicative (pragmatic) cues, and, from school up, metalinguistic knowledge which they learn declaratively, i.e. consciously by focusing attention on the surface facts that they deliberatively memorized and later consciously apply when verbal communication is required.’ Kortom, de lexicale aspecten ontwikkelen razendsnel, maar de grammaticale aspecten blijven achter. De naamvallen en de passieve constructie worden niet verder ontwikkeld in de leeftijd van 9 tot 14 jaar. De meta-linguïstische kennis vult de morfologische kennis aan waar deze tekort schiet. In het artikel van Fukuda en Fukuda (2001a) worden een aantal voorspellingen gedaan van SLI-kenmerken:
Voorbeelduitingen Onderstaand enkele voorbeelden van fouten die Japanssprekende kinderen met een TOS maakten. Gemiddelde leeftijd van 9 jaar. (Tussen haakjes de correcte vorm). In 1. een tijdsfout: verleden tijd in plaats van tegenwoordige tijd. In 2. een passief-fout. In 3. een naamvalsfout: datief in plaats van accusatief. In 4. een voornaamwoord-fout: dat in plaats van deze. Bron: Ito, Fukuda, S. en Fukuda, S.E. (2009)
|