Syntaxis
Woordvolgorde
Het Somalisch heeft een vrije woordvolgorde, maar er is wel een sterke voorkeur voor de SOV-volgorde. Dit wordt dan ook de basiswoordvolgorde genoemd. Hieronder worden verschillende voorbeelden gegeven van de woordvolgorde van de zin ‘Achmed eet een appel’. - Axmed tufaaxii wuu cunayaa SOV (basis woordvolgorde) - Axmed wuu cunayaa tufaaxii SVO - Tufaaxii wuu cunayaa Axmed OVS - Wuu cunayaa tufaaxii Axmed VOS De verschillende woordvolgordes zorgen in het Somalisch niet voor verwarring, omdat ze geen grote semantische verschillen weergeven. Wel kunnen er een aantal kleine semantische of pragmatische verschillen zijn tussen de verschillende woordsoorten. Wanneer er bijvoorbeeld nieuwe informatie wordt gegeven staat het object helemaal voor of helemaal achteraan, de woordvolgorde is dan OVS of SVO. De vrije woordvolgorde geldt ook voor de overige zinstypen, zoals bijvoorbeeld wh-vragen. Bij wh-vragen kan het vraagwoord zowel voor- als achteraan in de zin staan. Zie onderstaand voorbeeld van de wh-vraag ‘waar zijn mijn sleutels?’. - Mee furahaygii? - Furahaygii mee? Mogelijke fouten bij NT2-leerdersBij het leren van het Nederlands wordt verwacht dat de vrije woordvolgorde van het Somalisch ook zal worden toegepast in het Nederlands. De relatief vaste woordvolgorde van het Nederlands zou heel lastig kunnen zijn voor Somalische NT2-leerders. Zinstypen Het Somalisch kent vijf zinstypen en deze zijn grammaticaal onder te verdelen in twee groepen: zinnen gemarkeerd voor tijd en ongemarkeerd voor tijd. Hieronder worden de verschillende zinstypen weergegeven: - Zinnen gemarkeerd voor tijd:
- Zinnen ongemarkeerd voor tijd:
Bijzinnen versus hoofdzinnen Hieronder worden een aantal verschillen tussen hoofd- en bijzinnen in het Somalisch weergegeven:- Bijzinnen hebben slechts één zinstype, deze lijkt op een declaratief. Dit houdt in dat in het Somalisch bijvoorbeeld geen indirecte vraagzinnen voorkomen.- Nadruk komt alleen voor in Somalische hoofdzinnen en niet in bijzinnen.- Werkwoorden in bijzinnen zijn morfologisch anders dan in hoofdzinnen. Werkwoorden in bijzinnen verschillen door een combinatie van klemtoonpatroon en inflectie.- Negatie wordt in bijzinnen anders weergegeven dan in hoofdzinnen. In hoofdzinnen wordt negatief namelijk aangegeven door -mà en in bijzinnen door -aan. Mogelijke fouten bij NT2-leerders Verwacht wordt dat Somalische kinderen moeite zullen hebben met indirecte vraagzinnen in het Nederlands omdat deze niet voorkomen in het Somalisch. Het is waarschijnlijk dat in plaats van vragende voornaamwoorden in bijzinnen, negatieve transfer vanuit het Somalisch plaatsvindt en dat Somalische kinderen dan niet-vragende zelfstandig naamwoorden zullen gebruiken. |