Pragmatiek
Het Somalisch wordt een “discourse configurational language” genoemd. Hiermee wordt bedoeld dat pragmatische functies, zoals focus, heel belangrijk zijn. Met focus wordt nadruk op een bepaald element van een zin bedoeld.
Het Somalisch kent drie nominale focusmarkeerders: -bàa, -ayàa en -wáxa(a). Deze drie focusmarkeerders zitten vast aan het element van de zin dat de nadruk krijgt. Elementen met bàa en ayàa komen voor het werkwoord te staan en elementen met wáxa(a) komen na het werkwoord. Er zijn verschillen tussen het gebruik van deze drie focusmarkeerders; zo wordt wáxa(a) bijvoorbeeld niet gebruikt bij bevraagde elementen, bijwoorden en lege indefinieten, maar bàa en ayàa wel. Er is één verbale focusmarkeerder, namelijk waa. Hierbij gaat de spreker ervan uit dat het zelfstandig naamwoord al bekend is, omdat dit al eerder in de conversatie naar voren is gekomen, en dan is de gebeurtenis (het werkwoord) de nieuwe informatie. De vier focusmarkeerders hebben invloed op vele syntactische relaties zoals bijvoorbeeld congruentie en naamvalsmarkering. Nadruk komt alleen voor bij hoofdzinnen en voor deze zinnen geldt dat elke zin één element moet hebben waar de nadruk ligt. In uitzonderlijke gevallen wordt er in een zin meer dan één element benadrukt. Vaak wordt dan wáxa(a) gebruikt. |