Pragmatiek
De term voor beleefdheid is in veel dialecten ‘pačiv’ of ‘pativ’ . De zin ‘te del pativ’ betekent letterlijk: ‘respect tonen’, maar ook ‘gastvrijheid tonen’ en ‘voedsel aanbieden’. Beleefdheid, respect tonen en gastvrij zijn worden zeer hoog gewaardeerd in de cultuur. In veel traditionele Roma-gemeenschappen wordt de gasten altijd en ongevraagd voedsel aangeboden. Het is onbeleefd om daar niet minimaal iets van te proeven. De gastheer of -vrouw bedankt de gast voor de gelegenheid die zij hebben gekregen om hun gastvrijheid te tonen. Andersom is ongebruikelijk, zelfs onbeleefd. Het is niet onwaarschijnlijk dat de gastheer- of vrouw dan zal reageren met ‘geen dank, jullie zijn niet onder Gadže (niet-Roma)’.
In het Romani wordt veel gebruik gemaakt van de gebiedende wijs, bijvoorbeeld ‘geef mij (mijn tas)…’. Dit in tegenstelling tot veel andere talen waarin ‘alsjeblieft’, of ‘wil je zo vriendelijk zijn om ……’ als beleefd gelden. Dergelijke handelingen worden als vanzelfsprekend beschouwd en het is dan ook niet gebruikelijk er voor te bedanken. Romani sprekers nemen dit patroon vaak over in de tweede taal, wat als onbeleefd beschouwd kan worden, maar wat het in hun ogen niet is. Als de handeling minder vanzelfsprekend is kan het woord ‘ča’ (alleen) toegevoegd worden: ‘vertel mij alleen een klein verhaaltje’ en kan de toon en gezichtsexpressie veranderen. Het Romani kent een grote rijkdom aan vaste of zelfbedachte uitdrukkingen die gebruikt worden om een mening te bevestigen of ontkrachten. Een voorbeeld van zo’n uitdrukking is: ‘dan mag ik wel dood zijn morgenochtend’. Of: ‘ik wou dat je alleen blafte, en niet sprak’, wanneer bijvoorbeeld een schoondochter zich onbeleefd uitdrukt tegenover haar schoonmoeder. Roma vermijden publiekelijk bepaalde woorden waar een taboe op rust. Dit kan echter verschillen per gemeenschap, en is erg sterk bij de Sinti. Er wordt niet over bepaalde delen van het lichaam gesproken tussen mannen en vrouwen, seksualiteit wordt niet tussen oudere en jongere generaties besproken en er wordt niet over ziektes en toiletgebruik gesproken. Er wordt niet over overleden personen gesproken en het is niet gebruikelijk daar afbeeldingen van te hebben. Men gelooft dat de geest van een overleden persoon verder leeft en de nabestaanden kan helpen, maar ook straffen. Roma zijn over het algemeen gelovig, zonder dat zij een kerk of moskee bezoeken. Een Roma-gezegde is mi khangeri hin miro jilo: ’mijn hart is mijn kerk’. Individueel respect tonen voor God en goed leven zijn belangrijke waarden. In het Romani wordt bij ontmoetingen letterlijk vertaald vaak ‘waar ga je heen?’ of ‘waar kom je vandaan?’ gevraagd. In Polen wordt doorgaans gevraagd hoe het met iemand gaat. Een eerlijk antwoord wordt dan verwacht. Deze begroetingen geven een mate van sociale controle aan zoals die bij Roma gebruikelijk is. Er kan ook ‘goedendag’ gezegd worden, soms aangevuld met ‘moge God je een mooie dag geven’. Bij het weggaan wordt doorgaans ‘ga met God’ of tegen degene die blijft ‘blijf bij God’ gezegd. En wanneer iemand op reis gaat: ‘gelukkige reis’. In de Roma-gemeenschap is het niet gebruikelijk een niet-beleefd iemand direct te bekritiseren, ondanks de grote onderlinge sociale controle. Wanneer iemand zich niet volgens de romipen (Roma-normen) gedraagt, kan het voorkomen dat deze kritiek indirect door middel van een lied geuit wordt, gezongen door een ingehuurde zanger uit de gemeenschap. Een voorbeeld van zo’n lied is: “Oh, man, wat doe je? Je bent dag en nacht dronken. Al je geld geef je uit aan drank en wanneer je thuis komt, sla je je vrouw”. Op een dergelijke wijze kan iemand ook zijn excuus willen aanbieden, of spijt tonen. Dergelijke teksten kunnen op een vrolijke dansmelodie gezongen worden. |