Pragmatiek
In NGT kan men beleefdheid uitdrukken in de algehele houding en in de gebaren. Het algemene wijsgebaar (waarmee ook naar personen wordt verwezen) wordt normaal met de wijsvinger gemaakt maar kan in een beleefde vorm ook met de hele hand worden gearticuleerd. Verder kunnen het tempo van het gebaren, de omvang van de gebaren en de expressie invloed hebben op de pragmatische gepastheid (Baker & van den Bogaerde 2008).
Er zijn een paar culturele verschillen in de omgang en gesprekken tussen dove gebaarders en horende sprekers. Ten eerste kunnen 'luisteraars' in gebarentaal niet makkelijk wegkijken van hun gesprekspartner. Oogcontact betekent dat iemand misschien iets wil zeggen, voor horende gebaarders is het soms wennen hoe dat werkt. Ten tweede kan men expliciet elkaars aandacht trekken of onderbreken door te zwaaien of met de hand te wapperen in iemands gezichtsveld. De gebaarder kan dan de beurt weggeven of nog even verder gebaren. Meer subtiele vormen van beurtwisseling worden gemarkeerd door het laten zakken (of juist optillen) van de armen, oogcontact maken of verbreken, de stand van het hoofd veranderen en het gebarentempo veranderen (Baker & van den Bogaerde 2008). Het verschilt per gebarentaal hoe snel gebaarders op elkaar inhaken: de beurtwisseling in NGT schijnt vrij snel te zijn, maar hier is nog nauwelijks onderzoek naar gedaan. |