Pragmatiek
Het Hebreeuws kende oorspronkelijk twee soorten voornaamwoorden, de aanwijzende (ze (m), zot (v), elle (mv)) en de persoonlijke voornaamwoorden (hu (m), hi (v), hem(mv)). Beide soorten kunnen gebruikt worden als bepaald aanwijzend voornaamwoord, zoals ha-bayit ha-ze (dit huis). De aanwijzende voornaamwoorden kunnen ook gebruikt worden als onbepaald aanwijzend voornaamwoord, zoals bayit ze (dit huis). In het gebruik van deze soorten voornaamwoorden wordt er in het Hebreeuws onderscheid gemaakt tussen de literaire vorm en de spreektaal. De literaire vorm bestaat uit een drievoudig systeem: ze, haze en hahu. Enkele voorbeelden van deze vormen zijn ha-bayit ha-ze (dit huis), habayit hahu (dat huis) en bayit ze (dit huis). In de spreektaal bestaan er slechts twee vormen: ha-ze en hahu.
|