Pools Het Pools is een West-Slavische taal en behoort tot de Indo-Europese taalfamilie. Pools wordt door ongeveer 48 miljoen mensen gesproken. De taal wordt in Polen gesproken, maar ook door groepen in de Verenigde Staten en landen van de voormalige Sovjet-Unie.
Klanken Het Pools bevat weinig klinkers (a, e, o, i, y, ę, ą). Er is geen verschil in lengte tussen de klinkers. De taal bevat wel een groot aantal medeklinkers en in het Pools kunnen er verschillende medeklinkerclusters na elkaar worden uitgesproken. Dezelfde medeklinkers als in het Nederlands worden gebruikt, maar aangevuld met de volgende klanken: ch (uitgesproken als de Zuid-Nederlandse zachte ‘g’) en g (uitgesproken als Engelse g in ‘dog’). De klemtoon in zelfstandig naamwoorden in het Pools ligt vaak op de voorlaatste lettergreep. De uitspraak van de Nederlandse tweetekenklanken, zoals de ui, eu en de ei/ij, is lastig voor Poolse mensen. Doordat de lange klinkers (aa, oo, ee, uu) niet voorkomen in het Pools kan het onderscheid van deze klinkers met hun korte variant (a, o, e, u) ook lastig zijn.
Grammatica In het Pools zijn er verbuigingen voor zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, telwoorden en voornaamwoorden. De vorm hangt af van de naamval, het getal en het grammaticale geslacht. Er is één uitgang nodig om in een woord geslacht, naamval en getal te markeren. Er is in het Pools geen uitgang die in de meeste gevallen goed is, dus waarop teruggevallen kan worden als je het even niet meer weet. De vervoeging van werkwoorden in het Pools is afhankelijk van verschillende kenmerken, o.a. persoon, getal, geslacht en tijd. Bij werkwoorden kunnen er voorvoegsels en achtervoegsels worden toegevoegd. Alle werkwoordvervoegingen hebben een uitgang. Het vervoegen van werkwoorden in het Pools is complexer dan in het Nederlands. Overige weetjes over de grammatica van het Pools:
Geen lidwoorden.
De woordvolgorde is flexibeler dan in het Nederlands en is niet van belang voor de betekenis.
Bij ja/nee-vragen wordt in het Pools een woordje voor de zin geplaatst en verandert de woordvolgorde van de zin niet.
Bij samenstellingen van twee of meer woorden worden de voegwoorden ‘en’ en ‘of’ herhaald.
Een ontkenning wordt gemaakt door ‘nie’ toe te voegen aan de zin. ‘Nie’ staat meestal voor het woord of zinsdeel dat ontkend wordt.
Pools is een prodrop-taal (het onderwerp van de zin kan weggelaten worden).
Omgangsvormen Poolse mensen kunnen voor een verzoek de gebiedende wijs gebruiken, terwijl dit in het Nederlands onbeleefd overkomt. Hiernaast wordt er in het Pools geen gebruik gemaakt van frases als ‘ik denk dat…’, ‘ik vind dat…’ en ‘ik geloof dat…’. ‘Ik denk dat het waar is’ wordt bijvoorbeeld ‘To prawda’ (‘Dit is waar’). De directheid van Pools bij het doen van een verzoek of het geven van een mening kan als ‘onbeleefd’ ervaren worden.
Taalverwerving door kinderen Uit onderzoek blijkt dat er vier fasen zijn die kinderen doorgaan bij de verwerving van extrasyllabische consonanten. Met extrasyllabische consonanten worden medeklinkers bedoeld die buiten een lettergreep vallen en niet uitgesproken worden.
Extrasyllabische consonanten worden niet geproduceerd.
Problematische klanken worden geproduceerd in combinatie met een toegevoegde klinker.
Extrasyllabiciteit wordt opgelost door het toevoegen van een woord of klank zonder rekening te houden met stemhebbend of stemloos.
Het woord wordt goed geuit.
Bij de verwerving van zelfstandig naamwoorden heeft de vorm waarin kinderen het woord de eerste keer horen invloed op het kunnen vervoegen naar andere vormen.
Taalstoornis of niet? Mogelijke moeilijkheden die kinderen kunnen ervaren bij het leren van Nederlands als tweede taal, die uit het Pools vandaan kunnen komen:
Problemen met het verwerven van een aantal Nederlandse klanken.
Problemen met het onderscheid tussen korte en lange klinkers.
Moeite met het gebruik van lidwoorden.
Het onjuist weglaten van het onderwerp.
Het onjuist weglaten van hulpwerkwoorden bij voltooid deelwoorden.
Problemen met de strikte woordvolgorde.
Problemen met de indirecte manier van communiceren.
Het Pools heeft een rijkere morfologie dan het Nederlands. Een normaal ontwikkelend kind zal relatief weinig problemen ondervinden bij de verwerving van de grammatica. Voor kinderen met een TOS en een rijke morfologie in de eerste taal geldt dat zij niet zo snel uitgangen weg zullen laten in de tweede taal, maar wel dat zij uitgangen vervangen door andere uitgangen. Voor meer informatie kijk onder het kopje ‘transferfouten’ en ‘mogelijke vragen aan ouders/tolken’ bij Pools in het talenoverzicht. Hier vind je ook een vragenlijst met mogelijke vragen om een onderscheid te kunnen maken tussen fouten die uit het Pools vandaan komen en een TOS.
Voor meer uitgebreide informatie over het Pools verwijzen we je naar de eigen pagina van deze taal. Die vind je onder "Overzicht talen".