Morfologie
Werkwoorden:
Iedere persoon (onderwerp) heeft een andere vorm van een werkwoord. Ik het Nederlands zijn bijvoorbeeld de tweede en derde persoon enkelvoud gelijk (stam+t) maar in het Macedonisch niet. Aan het werkwoord kun je dus aflezen om welke persoon het gaat, daarom wordt de persoon vaak weggelaten. Het Macedonisch kent geen infinitief. Maar de werkwoordsvervoegingen kunnen in drie groepen verdeeld worden (Dimcevska, 2015): stam die eindigt op /–a/, stam die eindigt op /–i/, stam die eindigt op /–e/. Waar wij in het Nederlands het infinitief gebruiken als we twee werkwoorden achter elkaar hebben, zoals bij (hij gaat zwemmen.), wordt er in het Macedonisch ‘da’ ingevoegd tussen de twee werkwoorden. Letterlijk vertaald komt er dan te staan (hij gaat dat zwemt.). Belangrijke hulpwerkwoorden zijn: - ’sum’ = zijn - ‘ima’ = hebben Het meest gangbare koppelwerkwoord is het werkwoord ‘sum’ (zijn). Dit werkwoord kan niet weggelaten worden uit de zin. Dit wordt alleen gedaan in telegramstijl, zoals geaccepteerd bij krantenkoppen. Zelfstandig naamwoorden: Mannelijke zelfstandig naamwoorden eindigen meestal in een medeklinker, wanneer het zelfstandig naamwoord refereert naar een persoon of beroep, kan het zelfstandignaamwoord met een /-a/ eindigen. Maar er zijn ook enkele uitzonderingen waar bijvoorbeeld een zelfstandig naamwoord eindigt op /-ko/ of /-lo/. De meeste vrouwelijke zelfstandig naamwoorden eindigen in /-a/. De meeste onzijdige zelfstandig naamwoorden eindigen in /-o/ of /-e/ (Kramer, 2003). Meervoud: In het Macedonisch wordt de vervoeging van meervoud gebaseerd op vorm en geslacht. De meeste zelfstandig naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen een /-i/ en onzijdige zelfstandig naamwoorden krijgen een/-a/ toegevoegd. Bij zowel mannelijke- als vrouwelijke zelfstandig naamwoorden die op een /-a/ eindigen, wordt de /-a/ door een /-i/ vervangen. Bij mannelijke zelfstandig naamwoorden verandert de laatste medeklinker (-k, -g, -h) in een andere medeklinker (-ts, -z, -s), voordat de uitgang /-i/ wordt ingevoegd. Korte, mannelijke zelfstandig naamwoorden, bestaand uit één syllabe, krijgen de suffix '–ovi' (of '–evi') in de meervoudsvorm. Adjectieven: geslacht en nummer De meeste adjectieven ondergaan inflectie voor geslacht en nummer, alleen Turkse of andere recente leenwoorden kunnen daarin een uitzondering zijn. De meeste mannelijke adjectieven eindigen in een medeklinker, een paar eindigen in /-i/. Vrouwelijke adjectieven eindigen altijd in /-a/ en onzijdige adjectieven eindigen normaal gesproken in /-o/. Slechts enkele, en alleen possessieve adjectieven, eindigen in /-e/. Meervoudige adjectieven eindigen altijd in /-i/. Naamvallen: Uit: Friedman (2001) Possesieve voornaamwoordelijke adjectieven ‘mijn’, ‘onze’ en ‘zijn’. De lidwoorden komen in het Macedonisch achter het woord. ‘-ot’, ‘-ta’, ‘-to’, ‘-te’
|