Morfologie
Het Indonesisch is geen toontaal zoals het Chinees maar een agglutinerende taal; door middel van pre- en suffixen wordt de semantische waarde van een woord nader gespecificeerd [2].De Indonesische taal lijkt qua morfologie gemakkelijk. De grootste verschillen met het Nederlands zijn [3,5]:
De woordopbouw van de stamwoorden in het Indonesisch is eenvoudig. De woorden zijn meestal opgebouwd uit 2-lettergrepen met afwisselend consonant - vocaal met aan het begin en eind van het woord een consonant: c-v-c-v-c. Bijvoorbeeld makan (eten). Echter, door een complex bestand van pre- en suffixen die aan de stam worden vastgeplakt, kunnen er lange woorden ontstaan met een geheel andere betekenis. Bijvoorbeeld: hasil (resultaat) > ketidakberhasilannya (zijn/haar falen) [2]. Dit komt doordat een morfeemeen verschillende semantische waarde kan hebben afhankelijk van de situatie. Dit is vergelijkbaar met het Nederlands: ontbloten (juist meer bloot maken), ontbranden(beginnen met branden), onthaasten (minder haast maken). Een woord met twee consonanten achter elkaar, komt oorspronkelijk in het Indonesisch niet voor. Mag ik twee pils?kan door een Indonesiër uitgesproken worden als Mag ik tee pil? en Bilthoven wordt Biloven. Het Indonesisch heeft weinig grammaticale overtolligheid. Bijvoorbeeld: Hij hoort iets. De stam van horen plus -t, geeft aan dat het onderwerp 3e persoon enkelvoud is en dat het werkwoord in de tegenwoordige tijd staat. De -t van 3e persoon enkelvoud is redundant want hij geeft dit al aan. In het Indonesisch is de zin Hij hoort iets: ia mendengar.Waarbij ia hij of zij kan betekenen en de infinitief horen (mendengar) wordt gebruikt. De hoorder moet aan de hand van de situatie en de zinsmelodie de juiste grammaticale interpretaties maken. Er zijn derhalve ook weinig onregelmatigheden in het Indonesisch. In het Nederlands is zanger (in plaats van zinger) als zelfstandig naamwoord afgeleid van het werkwoord zingen. In het Indonesisch is zanger penyanyi en zingen menyanyi of nyanyi of bernyanyi. Bij afgeleide woorden is het basiswoord meestal nog goed herkenbaar. [3] Een bijzondere categorie van een persoonlijk voornaamwoord dat in het Nederlands niet voorkomt, is: wij = kita (als de toegesprokene erbij hoort, bijvoorbeeld: kom, dan gaan we naar het park). wij = kam (als de toegesprokene er niet bij hoort, bijvoorbeeld: blijf jij hier, dan gaan wij naar het park).[3] |