Mandingo/Mandinka De Mandinka bevolking (ook wel Mandinga of Mandingo genoemd) telt 1 346 000 mensen en leeft verspreid over een groot gebied in West-Afrika. De Mandinka vinden hun oorsprong in Mali. Landen waar de Mandinka voorkomen, zijn Gambia, Senegal, Guinea, Guinea-Bissau, Mali, Nigeria, Liberia en Ivoorkust. In Gambia is de Mandinka de grootste bevolkingsgroep. De taal die de meeste Mandinka spreken is het Mandinka. Van de ruim 1 miljoen Mandinka, spreekt 45% Mandinka als moedertaal en 25% spreekt het als tweede taal.
In het onderstaande wordt de informatie over het Mandinka samengevat. Wanneer u echter meer wilt weten, verwijzen we u door naar de talenpagina van Mandinka. Deze is te vinden onder bij het ‘Overzicht Talen’.
Klanken Het Mandinka heeft veel dezelfde spraakklanken als West-Germaanse talen. Het Mandinka heeft twee tonen, hoog en laag. Een zelfstandig naamwoord heeft alleen maar hoge óf alleen maar lage tonen. Het Mandinka alfabet bestaat uit tweeëntwintig letters uit het Latijns; vijf klinkers en zeventien medeklinkers. De klinkers zijn: i, e, a, o, u. Iedere klinker kan lang of kort zijn. Daarnaast bevat het de volgende medeklinkers: b,d,f,h,k,l,m,n,ng,p,s,t,w,ñ en er zijn 5 tweetekenklanken : /ei/, /oi/, /au/, /eu/ en /euu/. Een paar klanken worden anders uitgesproken : /j/ wordt uitgesproken als [duu] en de /c/ wordt uitgesproken als [tuu]. De /p/ is komt alleen voor in leenwoorden uit het Frans. De /l/ wordt uitgesproken als /r/ en komt alleen voor in leenwoorden. Verdubbeling van medeklinkers zoals /pp/, /cc/, /jj/, /kk/, /ll/, /mm/ en /nn/ komen alleen voor in het midden van een uiting. Alleen de /ng/ komt als medeklinker aan het einde van een woord. Als de letter /i/ tussen twee andere klinkers staat, spreek je deze uit als een /uu/. De klemtoon in het Mandinka wordt meestal op de stam van het woord geplaatst.
Grammatica Het Mandinka is een taal die weinig vervoegingen en verbuigingen kent, in tegenstelling tot het Nederlands. Het Mandinka kent twee soorten getal, namelijk het enkelvoud en het meervoud. De meervoudsvorm wordt verkregen door achter de enkelvoudsvorm eindigend op /o/, /lu/ te plakken. Als de laatste klank van het enkelvoud geen /o/ is, verandert de laatste letter in een /o/ en wordt /lu/ toegevoegd. In het Nederlands eindigt de meervoudsvorm altijd op /s/of op /en/. In het Mandinka is er dus slechts één uitgang voor alle meervoudsvormen. Een verkleinwoord wordt gemaakt door –nding aan het zelfstandig naamwoord toe te voegen, bijvoorbeeld muso (een vrouw) en musonding (een vrouwtje). In het Mandinka wordt meer gebruik gemaakt van verkleinwoorden dan het Nederlands. Het Mandinka maakt, in tegenstelling tot het Nederlands, geen gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. In plaats hiervan gebruiken zij een zelfstandig naamwoord . Er wordt één persoonlijke voornaamwoord gebruikt voor mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden. Werkwoorden worden in het Mandinka niet vervoegd naar persoon of getal. Er bestaat wel een tegenwoordige en verleden tijd. Het Mandinka heeft geen voltooid deelwoorden, zoals het Nederlands wel heeft. De zinsvolgorde is hetzelfde als in het Nederlands.
Omgangsvormen Er is momenteel geen informatie beschikbaar over omgangsvormen in het Mandinka.
Taalverwerving door kinderen De taalontwikkeling van kinderen in het Mandinka verloopt redelijk gelijk aan de Nederlandse kinderen. De ontwikkeling start en eindigt rond dezelfde leeftijd en de verschillende aspecten worden ongeveer in dezelfde volgorde verworven.
Taalstoornis of niet? Er bestaan helaas geen publicaties over kenmerken van taalontwikkelingsstoornissen in het Mandinka. Mandinka en Nederlands zijn twee talen die erg van elkaar verschillen. Dit kan problemen geven in de transfer naar het Nederlands. Als er problemen in het Nederlands worden geconstateerd, hoeft dit dus niet gelijk op een taalontwikkelingsstoornis te duiden. De uitspraak van klanken is niet helemaal hetzelfde. De /j/ wordt uitgesproken als /duu/ en de /l/ als een /r/. Ook gebruiken ze andere toonhoogtes ; namelijk alleen maar hoge, óf alleen maar lage in één woord. De klemtoon kan ook problemen geven, omdat in het Mandinka de klemtoon meestal op de stam ligt.
Tevens kan de transfer problemen geven met de laatste medeklinker van een woord; de /ng/ is de enige die in het Mandinka voorkomt. Het vervoegen van werkwoorden kan problemen geven. Het Madinka vervoegt werkwoorden niet naar persoon of getal. Het Mandinka kent wel twee soorten getal, enkelvoud en meervoud. Het meervoud heeft slechts één uitgang. Tevens heeft het Mandinka geen voltooid deelwoorden. Hierdoor kan het lastig zijn om het systeem van hulpwerkwoord + voltooid deelwoord te leren. Door geen gebruik van bijvoeglijk naamwoorden in het Mandinka, kan deze ook problemen opleven.
Voor uitgebreide informatie over Mandinka verwijzen we je naar de eigen pagina van deze taal. Die is te vinden onder "Overzicht talen".