Malinke Malinke is de moedertaal van de Malinké people, die voor het grootste deel in Noordoost-Guinee, Zuid-en West-Mali, Oost-Senegal en Noord-Ivoorkust wonen. Malinke wordt meestal beschreven als een verzamelnaam van dialecten die bij de Mande-tak van de Noordelijke Mandetalen horen. Deze taaltak valt onder de Niger-Congo talen. De taal wordt vooral gesproken in het gebied waar de Niger de grens van Guinee met Mali over gaat. In het onderstaande wordt de informatie over het Malinke samengevat. Wanneer u echter meer wilt weten, verwijzen we u door naar de talenpagina van het Mainke. Deze is te vinden onder bij het ‘Overzicht Talen’.
Klanken Het Malinke bevat 19 medeklinkers : p,t,k,b,d,j,gb,f,s,m,n,l,r,w,h, ng ,ngw, nj (oranje) en 7 klinkers : ie, e (pet), ee (beet), aa (zaad), o (bot), oo (boot), oe (hoed). De klinkers hebben ook een variatie met een /n/ erachter : ien, en, een, aan, on, oon, oen. Sommige medeklinkers worden door de neus uitgesproken als ze volgen op een twee-tekenklank. Een /p/ of /b/ wordt mp/mb, een /t/ of /d/ wordt nt/nd, een /k/wordt nk en een /j/ wordt nj, etc. De lettergrepen en woorden van het Malinke hebben vrijwel altijd een open structuur; ze eindigen meestal op een klinker. Dit is verschillend met het Nederlands. Er zijn vier mogelijkheden voor een lettergreep in Malinke:
medeklinker-klinker
klinker
(medeklinker)-klinker-klinker , waarbij de twee klinkers dezelfde zijn
uitzonderingen door samenstellingen.
In het Malinke is toonhoogte (laag en hoog) erg belangrijk. Dit in combinatie met een dalend (L) en stijgend (H) toonhoogtepatroon. Zelfstandig naamwoorden hebben een dalende toon.
In Guinea wordt Malinke geschreven in een eigen alfabet (The Guinean Languages Alphabet), gebaseerd op het Latijnse alfabet. Tevens wordt Arabisch schrift gebruikt en het N’Ko script.
Grammatica In het Nederlands wordt informatie over personen en tijd verwerkt in een woord. Bijvoorbeeld : loopt. Dit betekent dat een andere persoon in de tegenwoordige tijd de handeling doet. Het Malinke geeft personen en tijd aan in een apart woord. Ze gebruiken woorden voor het aangeven van tijd en het verloop van de gebeurtenis. Door deze woorden in de zin te plaatsen, kan duidelijk worden of het gaat om een verplichting, een verbod, een afgeronde gebeurtenis of een gebeurtenis die nog moet plaatsvinden. Er zijn een paar uitzonderingen bij zelfstandig naamwoorden, bijvoorbeeld het achtervoegsel /-lu/ voor meervoud, /-le/ voor nadruk, en het middenvoegsel /-baa- voor een ja/nee-vraag. In werkwoorden wordt er af en toe gebruik gemaakt van voorvoegsels, bijvoorbeeld ma(op,tegen). Als dit wordt toegevoegd aan het werkwoord ‘te’ (schoonmaken), krijg je ‘mate’ , dit betekent ‘ een oppervlak schoonmaken betekent’. De standaard woordvolgorde in Malinke is onderwerp-lijdend voorwerp- werkwoord. Dit is dezelfde woordvolgorde als in de Nederlandse bijzinnen. De meeste woorden in het Malinke bestaan over het algemeen uit één of twee lettergrepen en zijn daarmee gemiddeld korter dan Nederlandse woorden.
Omgangsvormen Er is momenteel helaas geen informatie beschikbaar over de omgangsvormen in het Malinke.
Taalverwerving door kinderen Er is helaas geen onderzoek gevonden naar de taalontwikkeling bij kinderen die Malinke spreken. Informatie over de verwervingsvolgordes is dan ook niet bekend
Taalstoornis of niet? Er is geen onderzoek gevonden naar specifieke taalontwikkelingsstoornissen in deze taal. De taal is door enkele onderzoekers gedocumenteerd in de vorm van Bijbelvertalingen. Diepgaander onderzoek over bijvoorbeeld kindertaalontwikkeling is echter (nog) niet verschenen. Malinke en Nederlands zijn twee talen met verschillen op een groot aantal vlakken. Hierdoor kunnen sprekers van het Malinke die Nederlands leren problemen ervaren op het gebied van de klanken en zinsbouw. Als deze problemen in het Nederlands worden geconstateerd, hoeft dit dus niet op een taalontwikkelingsstoornis te duiden. Kinderen kunnen klanken teveel door de neus uitspreken, bijvoorbeeld de /b/ wordt een /m/ of van een /l/ een /n/. Ook kunnen ze variatie in toonhoogte laten horen.
In het Malinke worden bijzinnen hetzelfde opgebouwd als het Nederlands. De hoofdzinnen hebben vaak een andere structuur omdat er aparte woorden voor tijd en gebeurtenissen worden gebruikt. Er kunnen dus problemen zijn in de woordvolgorde in de zinsbouw. Malinke maakt geen gebruik van vervoegingen en verbuigingen. Kenmerken voor persoon en getal worden vaak in een los woord aangegeven . Een spreker van het Malinke heeft waarschijnlijk problemen met vervoegingen en verbuigingen in het Nederlands. Tevens kent het Malinke geen lidwoorden. Deze worden waarschijnlijk weggelaten als ze het Nederlands leren.
Voor uitgebreidere informatie verwijzen wij je naar de eigen pagina van het Malinke. Deze is te vinden onder het kopje “Overzicht talen”.