Hongaars in het kort
Het Hongaars (Magyar) behoort tot de Finoegrische taalfamilie en is onder andere verwant aan het Fins en het Ests. In 2005 werd de taal door ongeveer 14,5 miljoen mensen gesproken, waarvan 4 miljoen buiten Hongarije. Het Hongaars is de grootste taal in Europa die niet lid is van de Indo-Europese taalfamilie, waartoe de meeste Europese talen behoren (Fenyvesi 2005: 11).
Het is een officiële taal in Hongarije en Slovenië. Het Hongaars is tevens een regionale taal in Oostenrijk, Servië en Roemenië en wordt door minderheden gesproken in Australië, Canada, Kroatië, Tsjechië, Israël, Rusland, Slowakijë, Oekraïne en de Verenigde Staten. Het Hongaars heeft verschillende dialecten, waarvan de meeste goed onderling verstaanbaar zijn. Sprekers van de standaardtaal hebben echter moeite om het Oberwart dialect dat in Oostenrijk wordt gesproken en het Moldavian Csángó dialect dat in Roemenië wordt gesproken, te begrijpen (Lewis 2009). Het Hongaarse alfabet is een uitbreiding van het Latijnse alfabet en bestaat uit 44 letters. Behalve de letters die we in het Nederlands kennen, worden in het geschreven Hongaars ook de letters á, cs, dz, dzs, é, gy, í, ly, ny, ó, ö, ő, sz, ty, ú, ü, ű en zs gebruikt. De relatie tussen het geschreven en gesproken Hongaars is erg regelmatig: elk grafeem (letter) kan aan één foneem (klank) gekoppeld worden. Er zijn slechts enkele uitzonderingen op deze regel (Baddeley & Voeste 2012: 321). |