Hindoestaans (Sarnami) Met Hindoestaans wordt de taal bedoeld die in Suriname en Nederland wordt gesproken door Surinamers van Hindoestaanse afkomst. Een andere naam voor deze taal is het Sarnami.
Klanken Het Sarnami kent net als het Nederlands klemtonen. De spreker kan elke lettergreep extra benadrukken om een bepaald gewenst effect te bereiken. Hiernaast zorgen voor- en achtervoegsels voor klankveranderingen en betekenisveranderingen. Anders dan in het Nederlands heeft het Sarnami naast niet-genasaleerde klinkers ook klinkers met een genasaleerde vorm (neusklanken). Daarnaast bestaan er naast stemloze en stemhebbende medeklinkers ook klinkerparen van niet-geaspireerde en geaspireerde vormen, bijv.: naast ka, ga, ta, da enz. bestaan ook medeklinkers die met een ‘h’ worden uigesproken, dus kha, gha, tha, dha enz.
Grammatica Wanneer het onderwerp in de zin bekend is, kunnen in het Sarnami persoonlijk voornaamwoorden weggelaten worden. Van het vervoegde werkwoord kan dan het persoon, getal en de tijd afgeleid worden. Hiernaast wordt in het Sarnami geen onderscheid gemaakt in de 3epersoon enkelvoud (tussen hij, zij en het) en bestaan er geen lidwoorden zoals die in het Nederlands gebruikt worden. In plaats van lidwoorden krijgen zelfstandig naamwoorden of bijvoeglijk naamwoorden een achtervoegsel. Dit is de lange vorm van het zelfstandig naamwoord en geeft bepaaldheid aan (de, het). De korte vorm wordt gebruikt om de onbepaalde vorm weer te geven (een). De woordvolgorde van het Sarnami is hoofdzakelijk: onderwerp – lijdend/meewerkend voorwerp – werkwoord. Hiernaast kent het Sarnami meer variatiemogelijkheden in de woordvolgorde dan het Nederlands. De variaties in volgorde en de accentverleggingen zorgen voor verschillende betekenissen van de zinnen.
Omgangsvormen Orde, discipline en respect zijn belangrijk in de Hindoestaanse cultuur. Kinderen mogen een eigen mening hebben, maar moeten respect tonen naar ouders, ouderen en meerderen (zoals leerkrachten). Het Sarnami heeft een beleefde vorm van de 2epersoon, net als het Nederlands.
Taalverwerving door kinderen Er is geen informatie beschikbaar over de verschillende verwervingsfases in het Sarnami. Daarom verwijzen we naar het algemene schema van taalverwerving met daarbij de kanttekening dat heel specifieke aspecten van een bepaalde taal later of eerder verworven kunnen worden dan in dit schema staat.
Taalstoornis of niet? Mogelijke moeilijkheden die kinderen kunnen ervaren bij het leren van Nederlands als tweede taal, die uit het Sarnami vandaan kunnen komen:
Fouten met het plaatsen van de klemtoon op de juiste lettergreep.
Het weglaten van het persoonlijk voornaamwoord.
Moeite met het onderscheid van hij/zij/het in de 3epersoon enkelvoud
Fouten met lidwoorden en de plaats van voorzetsels.
Moeite met de woordvolgorde.
Er is nog geen informatie over een TOS in het Sarnami. Om een TOS vast te kunnen stellen kunnen er een aantal vragen aan ouders en/of tolk gesteld worden om een beeld te krijgen van de taalvaardigheid in het Sarnami en in het Nederlands. Deze vragen zijn te vinden onder het kopje ‘Mogelijke vragen aan ouders/tolk’ bij Hindoestaans/Sarnami in het talenoverzicht.
Voor meer uitgebreide informatie over het Hindoestaans/Sarnami verwijzen we je naar de eigen pagina van deze taal. Die vind je onder "Overzicht talen".