Klanken Het Frans kent veel klankverschuivingen. Dit soort verschuivingen ontstaan voornamelijk bij medeklinkers die een andere klank krijgen door de klankomgeving waarmee ze een verbinding maken. Zo kent bijvoorbeeld de /s/ meerdere verschijningsvormen. Tussen twee klinkers in verandert de /s/ in een z-klank, en tussen een klinker en een medeklinker verdwijnt de klank, tenzij deze medeklinker een s-klank is. Klinkers In onderstaande tabel staat een overzicht van de klinkers van het Frans en het Nederlands.
Medeklinkers In onderstaande tabel is een overzicht van de Franse en Nederlandse medeklinkers weergegeven.
Grammatica In de gesproken taal is er geen verschil te horen tussen de eerste, tweede, en derde persoon enkelvoud en de derde persoon meervoud. Bovendien is de eerste persoon meervoud een weinig gebruikte vorm in de spreektaal. Regelmatig wordt de nous-vorm vervangen door on, waardoor ook deze dezelfde uitspraak krijgt. Grofweg kunnen we de Franse werkwoorden in drie groepen verdelen: regelmatige werkwoorden op –er (de grootste groep), regelmatige werkwoorden op –ir, en alle onregelmatige werkwoorden en regelmatige werkwoorden op –re. In alle groepen is de inflectie voor de eerste drie personen enkelvoud in de uitspraak niet hoorbaar. Dit geldt ook nog eens voor de verleden tijd en de (toekomende tijd). Tabel 3 geeft een overzicht van de werkwoordsuitgangen.
De zinsvolgorde in het Frans lijkt sterk op de Nederlandse met twee belangrijke uitzonderingen. Allereerst vormt het werkwoordelijk gezegde één geheel in het Frans en staan de werkwoorden meestal bij elkaar in de zin en niet verspreid door de zin. Ten tweede hebben tijds- en plaatsbepalingen een vaste plek in de Franse zin, namelijk aan het begin of aan het einde. Omgangsvormen Qua omgangsvormen komt het Frans sterk overeen met het Nederlands. De woorden tutoyeren en vousvoyeren komen niet voor niets uit het Frans. De mensen die wij in het Nederlands zouden aanspreken met ‘u’, spreek je in het Frans aan met ‘vous’. De mensen die je beter kent, of mensen van je eigen leeftijd of jonger spreek je in het Nederlands aan met ‘jij/je’ en in het Frans met ‘tu’. Beleefdheid wordt in het Frans veelal uitgedrukt door het gebruik van een aparte werkwoordsvorm: de conditionnel, in het Nederlands vaak vertaald met het werkwoord ‘zullen/zouden’. In het Nederlands kunnen we ook op een andere, maar vriendelijke manier iets gedaan krijgen. Hiervoor gebruiken we vaak verkleinwoordjes. ‘Mag ik een kopje koffie?’ tegenover ‘mag ik een kop koffie?’ klinkt voor een Nederlander vaak al heel anders. Het gebruik van verkleinwoordjes is in het Frans wel gebruikelijk maar niet om beleefdheid uit te drukken.
Taalverwerving door kinderen De verwerving van het Frans verloopt via dezelfde fases als het Nederlands en vertoont dan ook veel overeenkomsten.
Taalstoornis of niet? Ook voor de groep kinderen met een TOS geldt dat zij beginnen met het produceren van infinitieven. De eerste vervoegde vorm die wordt geproduceerd door kinderen met een TOS is de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd. Dit is gelijk aan normaal ontwikkelende kinderen en tweetalige kinderen. Het grote verschil is dat kinderen met een TOS significant langer in deze fase blijven zitten voordat zij ook andere finiete werkwoorden gaan produceren. Zo komen bij kinderen met een TOS infinitieven voor tot ruim vijf jaar, terwijl dit bij normaal ontwikkelende kinderen slechts tot twee en half jaar is. Ook worden andere tijden, zoals de toekomende tijd, later verworven. Daarnaast wordt het hulpwerkwoord in verschillende tijden vaker weggelaten door kinderen met een TOS. Een laatste veelvoorkomend probleem in de werkwoordproductie bij kinderen met een TOS is dat vaker gebruik gemaakt wordt van het enkelvoud, ook al is een meervoud nodig in de context. In het Frans laten kinderen met een TOS vaker het lidwoord weg.
Voor meer uitgebreide informatie over het Frans verwijzen we naar de eigen pagina van deze taal. Die is te vinden onder "Overzicht talen". Ook is daar de bronnenlijst te vinden.