Fonologie
SyllabestructuurEr zijn verschillende vormen van syllabes mogelijk in het Roemeens. Er wordt onderscheid gemaakt tussen open en gesloten syllabes, die beiden verschillende structuren kennen. Hieronder worden deze weergegeven (Chitoran, 2002, p.19).
Tabel 1. Syllabestructuur van het Roemeens Vocalen
Binnen de vocalen die voorkomen in het Roemeens, onderscheidt Chitoran (2002) behalve volle klinkers ook glijklanken (w, j) en de diftongen. Hieronder worden ze besproken. De voorbeelden komen uit Coene (1995).Voor de omschrijving van de diftongen is gebruik gemaakt van Wikibooks: http://nl.wikibooks.org/wiki/Roemeens/Uitspraak_en_Alfabet#Combinaties. Tabel 2. Volle klinkers en glijklanken Tabel 3. Diftongen
De overgebleven letters van het Roemeense alfabet vallen onder de consonanten. In onderstaand schema heeft Chitoran (2002, p.10) de meeste consonanten die in het Roemeens voorkomen weergegeven. Ook de plaats van articulatie is meegenomen in het schema.
Tabel 4. De meest voorkomende consonanten in het Roemeens Er is bij het produceren van de consonanten veel overlap met het Nederlands. De labiale, dentale en velare plosieven, de labiale, dentale en glottale fricatieven, de labiale en dentale nasalen en de approximanten worden in beide talen hetzelfde gearticuleerd. Er zijn echter in de fonologie wel verschillen met het Nederlands. Deze staan hieronder weergegeven. De voorbeelden komen uit Coene (1995).
Tabel 5. Consonanten Het Roemeens kent een grote hoeveelheid consonantclusters volgens Chitoran (2002). De voorkomende consonantclusters aan het begin van het woord (waaronder ook enkele combinaties met glijklanken, die onder de vocalen vallen) zijn in onderstaand schema weergegeven.
Tabel 6. Consonantclusters Consonantclusters kunnen in het Roemeens ook achteraan in een woord voorkomen (Chitoran, 2002)
Tabel 7. Consonantclusters achteraan in een woord Klemtoon
Het Roemeens kent geen vaste regels voor het gebruik van de klemtoon volgens de site http://www.vrt.be/taal/roemeens . Veel Roemeense klanken zijn verschillend van die van het Nederlands. Sommige klanken komen in het Nederlands niet voor of zijn net wat anders (bijvoorbeeld de â en de î, die klinken als een soort [ɪ] maar anders worden gearticuleerd). Bepaalde klank-tekenkoppelingen in het Roemeens zijn in het Nederlands niet bekend of anders (bijvoorbeeld de letter 'u' die als een 'oe' wordt uitgesproken; beide klanken zijn bekend in Nederland, maar er hoort een ander grafeem bij). Dit kan moeilijkheden met zich meebrengen als Roemeense kinderen het Nederlands als tweede taal gaan verwerven. Toch zijn er ook veel overeenkomsten. En omdat de meeste klanken in beide talen bestaan (hoewel soms aan een ander teken gekoppeld) zullen Roemeense kinderen wel in staat zijn om de meeste klanken in het Nederlands goed uit te spreken. |