Fonologie
Het klanksysteem van het Noors is vergelijkbaar met het Zweeds. Net als bij de andere Scandinavische talen heeft het Noorse alfabet 29 letters in plaats van onze 26 letters. Na de /z/ komen nog drie klinkers, namelijk de /Æ – æ/, /Ø – ø/ en /Å - å/.
KlinkersBehalve de drie extra klinkers is de 'y' in het Noors ook een klinker; dit brengt het totaal aantal klinkers in het Noors op 9. De letter /æ/ klinkt als de 'a' in het Britse woord ‘bad’, de letter /ø/ klinkt als de klankcombinatie 'eu' in het Nederlandse woord ‘sneu’, en de letter /å/ klinkt als de 'oo' in het woord ‘boor’. De klinkers 'a', 'u' en 'i' zijn vergelijkbaar met de Nederlandse klanken. De 'e' klinkt als de /ε/ in 'pet' of de /ε:/ in het Engelse 'air'. De 'o' klinkt als de /ɔ/ in 'pot' of de /u:/ in 'boer'. De 'y' klinkt als de /y:/ in het woord 'muur'. In het Noors geldt; een klinker die wordt gevolgd door twee of meer medeklinkers, wordt kort uitgesproken. Klinkers waarop geen of één medeklinker volgt, worden lang uitgesproken. Bijvoorbeeld: bij takk (dank) wordt de /a/ kort uitgesproken en bij tak (dak) wordt de /a/ lang uitgesproken.Het Noors kent vijf tweeklanken, dit zijn:
Afhankelijk van het dialect worden de tweeklanken anders uitgesproken of niet gebruikt. De tweeklank [ʉ̫ʏ̯] komt alleen voor in het het woord 'hui' in het gezegde 'i hui og hast', dat zoiets als 'haast hebben' betekent. IPA overzicht Noorse klanksysteem en Nederlandse klanksysteem
Medeklinkers De medeklinkers /c, q, w, x, z/ worden alleen in leenwoorden gebruikt. Hoewel het alfabet dezelfde medeklinkers heeft, hebben Noren wel een andere uitspraak van sommige medeklinkers. De 'kj-klank' is in het Nederlands bijvoorbeeld niet bekend; deze klank klinkt een beetje als de [ʃ] in 'sjaal', maar wordt met geronde lippen en meer naar achteren bij de palataal gevormd. De laatste klank in het Duitse ´ich´ is ook goed vergelijkbaar. Deze klank hoor je in de Noorse woorden voor kin, koekje en meer; kinn (/Çin/), kjeks (/çeks/) en tjern (/çæːɳ/). De /j/ klank is hetzelfde als in het Nederlands, maar kan worden geschreven met een 'j', 'g' (geit, /jæjt/, geit), 'gj' (igjen, /ɪjen/ opnieuw (again)), 'hj' (hjerte, /jæʈə/, hart), lj', of 'y'. Deze Nederlandse (of Engelse) vertalingen zijn herleidbaar naar de Noorse variant, maar de uitspraak verschilt. De /d/ wordt in sommige woorden een 'stomme d'; in land (/lɑn/, land), brød (/bɾøː/, brood) en god (/gu:/, goed) is de /d/ niet hoorbaar. Wanneer de 'h' voor een medeklinker staat wordt ook deze medeklinker niet uitgesproken. De besproken medeklinkers ‘k', g’, 'd' en ‘h’ kunnen behalve met deze aparte uitspraken (/ç/, /j/, geen uitspraak, geen uitspraak) ook met een 'normale' uitspraak voorkomen. Kenmerkend voor het Noors is de uitspraak van de 'r'. Deze kan op twee manieren worden gevormd, afhankelijk van de regio; de 'Rulle-R' wordt gevormd met de tong tegen de boventanden aan, de 'Skarre-R' wordt meer achterin de keel gevormd. Ook kenmerkend voor de Noorse uitspraak zijn de retroflex medeklinkers. Bij het uitspreken van de /ɭ/ (zoals in perle), de /ɳ/ (zoals in barn) en de /ʈ/ (zoals in fart) is het de bedoeling dat je je tong naar boven krult tegen de palataal aan. Bij deze klanken en anderen vallen er letters weg of verandert de uitspraak. Zie onderstaande tabel voor een overzicht hiervan. Tabel met lettercombinaties die soms anders uitgesproken worden
Prosodie Het Noors wordt gekenmerkt door de prosodie van de taal. Het ritme, de klemtoon en intonatie geven in grote lijnen aan wat de betekenis van het woord is. De akoestiek van deze taal, ofwel ‘toontaal’, is zeer belangrijk voor de spreker om zijn verhaal duidelijk te kunnen maken. Bijvoorbeeld de woorden bønder (boeren) en bønner (bonen) worden hetzelfde uitgesproken. De toon en de intonatie, ofwel de prosodie, geeft de betekenis van een woord weer. Het Noors heeft echter slechts twee tonen en behoort daarmee niet tot de 'echte' toontalen zoals het Mandarijn, dat vijf betekenisonderscheidende tonen heeft. Veel woorden worden in het Noors aan elkaar geschreven. Deze samenstellingen kunnen er toe leiden dat er soms vrij lange woorden ontstaan. Bij iedere samenstelling ligt de klemtoon op de eerste syllabe van het woord. Wanneer woorden niet aan elkaar worden geschreven, ligt bij ieder woord apart de klemtoon op de eerste syllabe van het woord. Deze trochaïsche structuur is niet zo eenduidig in het Nederlands: daar hangt de klemtoon af van de laatste letter van de lettergreep (een medeklinker of een klinker). |