Fonologie
Consonanten
Albanese klanken die niet in het Nederlands voorkomen zijn de ‘th’-klanken. De Nederlandse [ɣ] (/g/, als in goed) en de nasale [ŋ] (/ng/) komen niet voor in het Standaard-Albanees, hoewel sommige dialecten (bijv. het Tirana-dialect) de [ŋ] wel kennen (Lowman, 1932). Kenmerkend voor het Toskisch is rhotacisme van de /n/ (/n/ -> /r/). In het Ghegisch komt dit niet voor. Verder is finale devoicing karakteristiek voor Noord-Toskisch en Zuid-Ghegisch (AlbaGlobal, 2009). Vocalen Het Albanees heeft zeven klinkers ([a, ɛ, ə, i, ɔ, u, y]). De klinkers kunnen lang of kort zijn, maar hier wordt in de meeste dialecten geen betekenisverschil mee uitgedrukt. Alleen bij de [u] en de [y] kan de lengte van de klinker belangrijk zijn. De lange [u] wordt dan gespeld als /ue/ en de lange [y] als /ye/. In sommige dialecten (bijv. het Tirana-dialect) maakt klinkerlengte wel een betekenisonderscheid (Lowman, 1932). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ‘kort’: [pɛ̃n] "juk/span" (sg.), ‘lang’: [pɛ̃ːn] "pen", en ‘extra lang’: [pɛ̃ːːn] "jukken/span" (pl.) (Wikipedia, 2017, AlbaGlobal, 2009). De [ø] (/eu/) komt voor in drie woorden. Hij klinkt in het Albanees echter meer als een Amerikaanse uitspraak van de klinker in verse of fur. Nasalisatie van klinkers is zeldzaam, maar kan wel voorkomen. Er zijn dialecten van het Albanees bekend met diftongen, maar ook deze komen niet vaak voor. Het zijn de [iu, æu, ʌu]. Sommige sprekers gebruiken ze helemaal niet, en beschouwen de twee elementen als afzonderlijke syllaben. Ze zijn ontstaan uit het samenvoegen van twee korte klinkers. De manier waarop de klemtoon op het geluid valt, geeft de klank een diftongachtig karakter (Lowman, 1932). Suprasegmenteel De klemtoon in het Albanees kan op iedere syllabe vallen, maar valt gewoonlijk op de voorlaatste lettergreep in twee- of meerlettergrepige woorden. Beklemtoning varieert niet met verschillende flexievormen maar blijft op dezelfde syllabe (Lowman, 1932). Problemen met Nederlandse uitspraak Verschillen in uitspraak van bepaalde klanken ten opzichte van het Nederlands (Mann, 1952). - De plosieven (/p, t, k/) worden licht geaspireerd; - De /t/ wordt palataal gevormd, waardoor de klank meer velaar klinkt; - De /k/ wordt gevolgd door een lichte mate van fricativisatie; - In het Albanees klinkt een /p/ na de /m/ als een /b/; - In het Albanees worden de /t/ en /d/ in finale positie weleens weggelaten. Naar verwachting hebben Albanese kinderen meer moeite met diftongen en klinkerlengte, afhankelijk van het dialect dat zij spreken. Consonanten die mogelijk problemen opleveren zijn de /g/ en de /ng/. Een studie naar uitspraakmoeilijkheden met het Engels bij Albanese studenten, levert de volgende resultaten op (Nuhiu, 2013): - Albanese studenten produceren een zachte variatie op de plosieven als /p, t, d, g/. Deze klanken worden vervangen voor zachte klanken die anders zijn dan de Engelse; - Albanese studenten produceren /p/, /t/ en /k/ met aspiratie; - Albanese studenten vervangen de /ng/ door /ngk/ (Zoals in finger). Vervanging door de /n/ komt ook voor; - Albanese studenten vervangen het cluster /sm/ in initiale positie door /zm/. Geldt eveneens voor /sl/ en /sn/; - Albanese studenten voegen initiaal een /h/ toe bij klinkerinitiële woorden. |