Dari Het Dari is een van de drie dialecten van het Perzisch. Het wordt voornamelijk gesproken in Afghanistan.
Klanken Onbekende klanken in het Nederlands Een aantal medeklinkers die in het Dari voorkomen, komen niet voor in het Nederlands. Bijvoorbeeld de [dʒ]. Deze klank wordt uitgesproken als het Engelse /joke/. Ook komt de [tʃ] niet voor in het Nederlands. Deze wordt uitgesproken als het Engelse /church/. Verder komen de /g/, als in het Engelse /gold/, en de klinkers [ӕ], als in het Engelse /fairy/, en de [ʊ] als in het Engelse /book/, niet voor in het Nederlands.
Onbekende klanken in het Dari Er zijn ook een aantal klanken die wel voorkomen in het Nederlands, maar niet in het Dari. Dat zijn de een aantal klinkers en tweeklanken: [ɑ] (pan), [y] (fuut), [ Ø] (leuk), [ԑi] (ijs) en [œy] (ui). De klemtoon in het Dari ligt vaak op de laatste lettergreep van het woord, maar dit kan veranderen wanneer het woord vervoegd wordt of in combinatie voorkomt met een ander woord.
Grammatica Het Dari kent veel vervoegingen en verbuigingen van woorden.
Naamwoorden In het Dari kan er sprake zijn van simpele, complexe of samengestelde naamwoorden. Om complexe zelfstandige naamwoorden te maken, wordt er gebruik gemaakt van voor- en achtervoegsels. Deze veranderen de betekenis van het hoofdwoord. Er zijn voor- en achtervoegsels voor tijd, aspect, getal, persoon, persoonlijk voornaamwoorden, objecten, bezit en ontkenning. Er bestaat geen bepaald lidwoord in het Dari, maar het getal voor één (yak) kan wel de onbepaaldheid van een woord aangeven. Ook wordt er geen onderscheid gemaakt tussen grammaticaal geslacht (mannelijk, vrouwelijk of onzijdig). Het vormen van het meervoud wordt gedaan aan de hand van het achtervoegsel -a, of -hâ of –(g/y)ak direct achter het zelfstandig naamwoord te plaatsen. Wanneer het om dieren of mensen gaat, wordt het achtervoegsel -ân gebruikt. Wanneer het gaat om een Arabisch leenwoord, wordt het Arabische meervoudsachtervoegsel -et/el gebruikt. Voor het maken van verkleinwoorden wordt het achtervoegsel -cha gebruikt.
Voornaamwoorden In het Dari wordt er onderscheid gemaakt tussen het persoonlijk-, aanwijzend-, en het bezittelijk voornaamwoord. Er zijn geen aparte persoonlijk voornaamwoorden voor hij en zij. De betekenis moet uit de context gehaald worden. Ook is het een mogelijkheid om de persoonlijk voornaamwoorden te koppelen aan zelfstandige voornaamwoorden. Daar zijn aparte vervoegingen voor. Verder is het mogelijk om door middel van het woordje -e een zelfstandig naamwoord aan een persoonlijk voornaamwoord te koppelen. Ook kan op deze manier het bijvoeglijk naamwoord en het zelfstandig naamwoord aan elkaar gekoppeld worden. Ook kan er met -e het bezit van iemand worden aan gegeven. Voor uitgebreidere informatie en voor meer voorbeelden verwijzen wij je door naar de eigen pagina van het Dari. Deze is te vinden onder het kopje “Overzicht talen”.
Werkwoorden Werkwoorden kunnen in het Dari een actie, proces of toestand aangeven. De werkwoorden kunnen worden vervoegd door middel van het toevoegen van voor- en achtervoegsels. Deze kunnen tijd, aspect, modaliteit en persoon aangeven. De tegenwoordige tijd wordt volgens drie stappen gevormd:
Verwijder het infinitief achtervoegsel -dan.
Voeg het voorvoegsel may- toe. Dit betekent letterlijk ‘het bezig zijn’.
Voeg het achtervoegsel voor de persoonsvervoeging toe.
De verleden tijd wordt volgens twee stappen gevormd:
Verwijder het infiniteitsachtervoegsel -dan.
Voeg het achtervoegsel voor de persoonsvervoeging toe.
Om aan te geven dat een handeling aan de gang was in de verleden tijd, wordt het voorvoegsel mE- toegevoegd aan de verledentijdsvorm. Om de voltooid tegenwoordige tijd (ik heb gedaan) te vormen worden er weer twee stappen gevolgd:
Verwijder het infiniteit achtervoegsel -dan
Voeg de voltooid tegenwoordige tijd achtervoegsels toe.
Verplaats de klemtoon naar de laatste lettergreep.
Om de voltooid verleden tijd te vormen worden er twee stappen gevolgd:
Verwijder het infinitief achtervoegsel -dan.
Voeg het achtervoegsel -a toe aan de stam
Vervoeg het werkwoord ‘budan’ (zijn).
Om de toekomstige tijd aan te geven wordt het woord khw’adad’ (zullen) toegevoegd. Dit wordt voor het werkwoord gezet.
Zinsbouw In het Dari kan het onderwerp (persoonlijk voornaamwoord) in de zin worden weggelaten. Het onderwerp is door middel van een achtervoegsel van het werkwoord af te lezen. De meest voorkomende woordvolgorde in het Dari verschilt van die van het `nederlands. In het Dari is de volgorde Onderwerp-Lijdend voorwerp-Werkwoord.
Vraagzinnen Wanneer er een vraag wordt gemaakt met een w-vraagwoord, komt deze voor het werkwoord te staan. Dus niet zoals in het Nederlands vooraan in de zin. Vraagzinnen zonder vraagwoord worden gevormd door het woord “ay’a” vooraan in de zin te zetten, of door een vocale klemtoon te leggen aan het einde van de zin. De laatste wordt vooral gebruikt in de informele setting.
Omgangsvormen In het Dari wordt de beleefdheidsvorm gevormd door middel van het persoonlijk voornaamwoord “shom’a” (u), dat vooral gebruikt wordt voor ouderen, vreemden en superieuren. Het kan zowel voor een persoon of voor meerdere personen gebruikt worden. Het achtervoegsel -ak kan aan een zelfstandig naamwoord worden geplakt om liefde en respect uit te drukken naar kinderen en familieleden. Echter, het kan ook belediging of minachting betekenen, afhankelijk van de persoon waar het in de context over gaat.
Taalverwerving bij kinderen Helaas is er geen informatie bekend over de verschillende taalverwervingsstadia van kinderen in het Dari.
Taalstoornis of niet? Helaas is er geen informatie bekend over taalontwikkelingsstoornissen in het Dari. Wel kan er een verwachting worden opgesteld wat kinderen fout zullen doen in het Nederlands, op basis van de zogenoemde transferfouten. Dit zijn fouten op basis van de verschillende kenmerken van de taal, die dan foutief over worden genomen in de tweede taal. Deze fouten wijzen dus niet per se op een TOS, maar kunnen wel dienen als indicatie.
Een aantal voorbeelden van transferfouten uit het Dari zijn:
Het Latijnse alfabet kan zorgen voor problemen. In het begin zullen kinderen waarschijnlijk nog geen onderscheid (kunnen) maken tussen kleine letters en hoofdletters.
Het leren van klinkers die in het Dari niet voorkomen, kan voor probelemen zorgen.
Ook zullen kinderen waarschijnlijk moeite hebben met de Nederlandse lidwoorden.
De plek van het bijvoeglijk naamwoord kan ook voor problemen zorgen. In het Nederlands komt deze voor het zelfstandig naamwoord en in het Dari erachter.
De andere woordvolgorde in het Dari zou kunnen leiden tot kromme zinnen in het Nederlands.
Vragen die gesteld kunnen worden om te kijken of het kind zich goed ontwikkeld, kunnen zijn:
Ondervindt het kind problemen bij de productie van bepaalde klanken, terwijl dit gezien de leeftijd niet meer te verwachten valt?
Heeft het kind in de moedertaal problemen met de vervoegingen?
Is het kind in staat om de juiste woordvolgorde in het Dari te gebruiken.
Voor meer informatie over de verschillende fouten die kunnen voorkomen, verwijzen wij je naar de eigen pagina van het Dari. Deze is te vinden onder het kopje “Overzicht talen”. Ook is hier de bronnenlijst te vinden.