Chinees-Mandarijn Het Mandarijn is de belangrijkste taal in China, 70% van de Chinese bevolking spreekt Mandarijn. In totaal zijn er 850 miljoen moedertaalsprekers en daarmee is het de meest gesproken taal ter wereld. Omdat er zowel sprekers zijn die verspreid over een groot gebied wonen, bestaan er veel verschillende dialecten van het Mandarijn. In het onderstaande wordt de informatie over het Mandarijn samengevat. Wanneer je echter meer wilt weten, verwijzen we je door naar de talenpagina van het Mandarijn. Deze is te vinden onder ‘Overzicht Talen’.
Klanken Het Mandarijn-Chinees is een toontaal, die vier verschillende tonen onderscheidt; hoog, hoog-stijgend, dalend-stijgend en hoog-dalend. Een lettergreep in het Mandarijn bestaat minimaal uit een klinker mét toon en kan uitgebouwd worden tot een maximum van vier elementen. Dan bestaat de lettergreep uit het volgende: een medeklinker, een glijklank (zoals [j]), een klinker met toon en een afsluitende medeklinker. Lange reeksen van medeklinkers, zoals Nederlands ‘herfst’ komen in het Mandarijn niet voor. Het Mandarijn heeft een paar medeklinkers die we in het Nederlands niet kennen, dit zijn de zogenaamde retroflexen. Dat zijn klanken die tussen de tandkassen en het harde gehemelte worden uitgesproken, waarbij de tong een gekrulde vorm heeft. Naast de retroflexe medeklinkers heeft het Mandarijn ook een retroflexe klinker, die het Nederlands niet kent. De overige 8 klinkers zijn simpele klinkers, die voor Nederlandse oren wel bekend klinken. Daarbij komen nog wel 9 tweeklanken en zelfs 4 drieklanken (bijv. [iow]).
Grammatica In het Mandarijn wordt vooral gebruik gemaakt van woordvolgorde en voor-, tussen- of achtervoegsels om grammaticale elementen als tijd, aantal (enkelvoud/meervoud) en persoon (ik, jij, hij…) aan te geven. Daarnaast wordt in het Mandarijn vaak de strategie van verdubbeling toegepast om een woord een nieuwe betekenis te geven. Om meervoud van een zelfstandig naamwoord aan te duiden wordt er in het Mandarijn echter geen achtervoegsel gebruikt, zoals het Nederlands -en. In plaats daarvan wordt er een extra woord toegevoegd aan de zin. Dit woord geeft de hoeveelheid aan, zo krijg je een constructie als ‘tien kist’ i.p.v. ‘tien kisten’. Het Mandarijn kent geen lidwoorden zoals wij die kennen. Als een soort onbepaald lidwoord wordt yigebruikt en als bepaalde variant ‘nèi’. Voornaamwoorden in het Mandarijn verwijzen vervolgens altijd naar iets wat al eerder is genoemd. Soms wordt niet alleen het voornaamwoord genoemd, maar ook het woord waarnaar het verwijst. Daarnaast wordt er geen onderscheid gemaakt in geslacht tā betekent ‘hij’, ‘zij’ en ‘het’. Omdat het Mandarijn geen naamvallen of werkwoordvervoegingen gebruikt om de functie van woorden in de zin aan te geven, is het grotendeels afhankelijk van de woordvolgorde. De taal heeft daarom een vrij vaste zinsvolgorde: onderwerp – werkwoord – lijdend voorwerp.
Pragmatiek In de Chinese cultuur spelen hiërarchie en beleefdheid een erg sterke rol. In de praktijk betekent dit dat een Chinees zich in het algemeen bescheiden opstelt en zeer beleefd is in de omgang. In intercultureel groepsverband kan dit ervoor zorgen dat Chinezen zich op de achtergrond opstellen en minder extravert zijn dan de overige groepsgenoten. Ook wordt in het Chinese schoolsysteem heel anders gewerkt dan in het Nederlandse schoolsysteem: leerlingen staan een stuk lager op de sociale ladder dan de leraren. Daarnaast zijn Chinezen gewend vooral te luisteren en daardoor passief te leren. In ons Nederlandse onderwijssysteem, waar de leerling centraal staat en waar er verwacht wordt dat hij of zij actief meedoet, kan dit voor moeilijkheden zorgen bij een Chinese leerling.
Taalverwerving door kinderen Hoewel Mandarijn de meest gesproken taal ter wereld is, is er verrassend weinig onderzoek gedaan naar de verwerving ervan. Wat we in ieder geval weten is dat kinderen als eerst de nasale klanken ([n], [m], [ng]) leren, vervolgens zogenaamde stopklanken (o.a. [p], [t], [k]) en daarna de fricatieven (bijv. [f] en [s]). Dit is ong. dezelfde volgorde als die gevonden is bij Engelse, maar ook Spaanse, Turkse, Japanse en Kantonese onderzoeken. Daarnaast worden gemarkeerde kenmerken als laatste verworven, bijv. aspiratie (medeklinker met ‘extra lucht’ produceren) en affricatie (tweedelige medeklinker, bijv. [ts]). Het verwerven van de tonen van het Mandarijn gebeurt in een vroeg stadium. Dit komt waarschijnlijk door het belang van tonen voor de betekenis van woorden. In de kindertaalverwerving maken de Chinese kinderen aanzienlijk minder fouten met klinkers dan met medeklinkers. Dit kan zijn omdat klinkers verplichte onderdelen zijn van de lettergreep. Wel is het zo dat kinderen vaak twee- of drieklanken reduceren tot een simpele klinker. Het typische Mandarijn kenmerk ‘rotacisme’, een retroflexe uitspraak (zie ‘klanken’), hebben bijna alle kinderen boven de 2 jaar al verworven.
Taalstoornis of niet? Er zijn een aantal moeilijkheden die Mandarijnsprekende kinderen kunnen ervaren bij het leren van Nederlands, die uit hun moedertaal komen:
Er kan een afwijkende uitspraak zijn
Het vormen van meervoud bij zelfstandige naamwoorden
Ze proberen mogelijk woorden te verdubbelen om de betekenis te veranderen
Het vervoegen van werkwoorden
Het gebruik van lidwoorden en persoonlijke voornaamwoorden
Fouten in de woordvolgorde, vooral in bijzinnen
Uit onderzoek naar Mandarijnsprekende kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) blijkt dat deze kinderen moeite hebben met het vormen van zinnen waarin het lijdend voorwerp vooraan is geplaatst (bijv. ‘Die appel vind ik lekker’ i.p.v. ‘ik vind…’). Daarnaast scoorden de kinderen met TOS ook minder goed op een test waar ze dieren in de juiste volgorde moesten onthouden. Deze kinderen scoren hier waarschijnlijk minder goed, omdat ze zichzelf minder goed woordelijk kunnen ondersteunen dan hun normaal ontwikkelende leeftijdsgenootjes. Voor meer informatie kunt u kijken onder het kopje ‘transferfouten’ en ‘mogelijke vragen aan ouders/tolken’ bij Mandarijn in het talenoverzicht. Hier vindt u ook een vragenlijst met mogelijke vragen om een onderscheid te kunnen maken tussen fouten die uit het Mandarijn vandaan komen en een TOS.